Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
weinig dynamisch persoon (doorgaans voor mannen gebruikt),
droge plant, zielige plant,…
zie ook: lamme, de ~ hebben
André doe niks van den hele dag. Dat is toch nen triestige plant, he.
> vergelijk plant
Een persoon die zo goed als niets anders doet als slapen heel de dag. Vergelijkbaar met een tamzak.
zie ook: lamme, de ~ hebben
Ligt Sophie nu weeral te pitten? Ja, tis echt ne plant, nie te doen, al bijna even erg lijk diene wietie van ne vent Jochen.
Pitten is voor planten.
> vergelijk plant
verwelken, verslodderen
1) van bloemen, planten e.d. of delen daarvan: verdrogen, verwelken, verdorren, verschrompelen
2) in vergelijkingen om aan te tonen dat iets verslapt, verdroogt, verdort
3) figuurlijk, meestal poëtisch: wegebben, verdwijnen
4) van drank: zonder pit, slap worden, verlebberen
zie ook verslensbaar
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Verslensen: Van slensen met ver-
Slensen: Verflenzen, verwelken, thans alleen in Z.-Ndl.
Oudste attestatie: Dict. Tetragl. 145 d 1562
1) Die plant heeft zijn beste tijd gehad, hij is al helemaal verslenst.
Zonder water verslensen bloemen en planten rap.
2) Mijn haarpunten zijn dor en verslenst gelijk het gras in de zomer.
3) Verdriet verslenst, tijd heelt de wonde.
4) Dat pintje staat er al een tijd, het bier zal ondertussen wel verslenst zijn.
Die cola is verslenst, giet dat maar weg.
“Noyt heeft mijn oogh op aerden yets aenschouwt Dat vast bestaet en duersaem kan beklijven. ’t Verrot, ’t vermot, ’t verswact, ’t verslenst, ’t verout, ’t Verderft, ’t versterft …” – uit ‘Uytbreyding over de Psalmen des Propheten Davids’, Dirck Raphaelszoon Camphuysen, ca. 1626
Jan
In het Antwerpse krijgen mensen met de naam ‘Jan’ over het algemeen de roepnaam ‘Jakke’.
< Jakke is een verbastering van Janekijn: Jan + het Middelnederlandse verkleiningsachtervoegsel kijn (uitspraak kiin). Kijn is nu in verzwakte vorm: ken/ke.
We zijn gistere gaan sjotten met de Kenny, den Dieter en de Jakke.
snoepgoed, drop in de vorm van een belga
Van belgacenten te eten kreegt ge een zwarte tong.
Belgacenten opzabberen is goed voor een zuur maag.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.