Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
in W.-Vl. werd de driewielkar veel gebruikt. het voorste gedeelte met het kleine wiel heette men ’ het zothoofd’. Wanneer de boer een eind moest rijden, dan kon hij zich daarop neerzetten.
Terwijl het paard de kar trok, kon de boer rustig zijn pijpke roken, rustend op het zothoofd van zijn driewielkar.
pleziermaker
Dat is een echt zotgat! Heb je haar zien dansen op blote voeten in de sneeuw?
een lichtzinnige vrouw
(zie ook reactie)
Dat vrouwmens daar uit die herberge, ge kunt niet geloven wat voor een zottemutse dat is !
ontsporen, een trein die uit de rails geraakt
Toen die trein te snel reed, is hij in een bocht ontriggeld en in de ravijn gestort.
stokje
stekje, plaatsje (plaetsjke)
stekje van een plant
van zien stekske goan (uitdr.)
zie ook stek, stekke, stek, van zijne ~ vallen
Ôs hunneke lup de ganse daag achter stekskes aan te renne./
Ons hondje loopt de hele dag achter stokjes aan te rennen.
De pap zit ’t leefs op zien sjtekske ein piepke te rouke./
Vader zit het liefst op zijn stekje een pijpje te roken.
Hubs dich misjiens ein sjtekske van diene geranium veur mich?/
Heb jij misschien een stekje van je geranium voor mij?
Kènt de vènster oape, ich goan bienoa van mien sjtekske!/
Kan het raam open, ik ga bijna van mijn stokje!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.