Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iets helemaal kapot maken, door onkunde of onhandigheid;
om zeep helpen
ook : verdemmeleiren
(streek van Aalst, wss Erembodegems ?)
Zie ook verdeimelieren en verdimmelieren
WNT: VERDEMELEEREN, VERDEMME-, VERDIMME-, VERDOMME-, VERDUMMELEEREN —, bedr. zw. ww. Van ver- (V) met een als simplex niet aangetroffen vorm *demelieren, die teruggaat op fr. démolir. Niet in Mnl. W.; alleen gewest. in Vl. in gebruik.
? Vernielen, verwoesten, afbreken; bederven, ruïneeren.
Past op, mè à klîeren zoê weirm te wassen goje ze nog giêlemool verdemmeleiren
(“Let op, als je je kleren zo warm wast, zal je ze nog helemaal ‘verdemmeleren’ – om zeep helpen”)
iets kapot maken, breken
Zie ook verdimmelieren en verdemmeleren
Zijn fiets is nog maar 2 maand oud, maar al volledig verdeimelierd !
Dialectnaam voor de plant gele lis. Wellicht ook gebruikt om de tuinplant iris te beschrijven.
< lisbloem
Er zijn scholen o.a. in Lissewege die deze naam dragen.
een pak slaag, een rammeling, roefeling, pandoering
synoniem: ruising
WNT: Ros, rossing:
in Z.-Nederl.: afrossing, afranseling, pak ros, pak ransel, pak slaag.
Eigenlijk verdient dat ambetantig manneke een farm rossing.
pak slagen, pandoering, roefeling
synoniem: rossing; zie ook: ros
uitspraak ruising: rössing, reussing
< WNT: Modern lemma: ruising
znw. vr. Van Ruischen met het achtervoegsel -ing.
Pak slaag. In Z.-Nederl.
Gij zukt percies ruzie he. Wulde een ruising misschien? Gaat dan maar al liggen schreeuwen in de goot!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.