Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
letterlijk: bijten in een boterham belegd met kaas, telkens je bijt schuift de kaas naar achteren. zie schuifkaas
figuurlijk: uitsparen op eten om iets anders te kunnen betalen; ook: gierig zijn
ook aan de kust gangbare uitdrukking
zie ook bokes met confituur eten
Ze eten stuten met schuifkaas (hebben weinig middelen, maar toch elk jaar een reis).
letterlijk: Bijten in een boterham belegd met kaas, telkens je bijt schuift de kaas naar achteren. zie schuifkaas
figuurlijk: uitsparen op eten om iets anders te kunnen betalen; ook gierig zijn
ook aan de kust gangbare uitdrukking
zie ook bokes met confituur eten
Ze eten stuuten met schuifkaas
Ze hebben weinig centen maar gaan toch elk jaar op reis.
letterlijk: Bijten in een boterham belegd met kaas, telkens je bijt schuift de kaas naar achteren. zie schuifkaas
figuurlijk: uitsparen op eten om iets anders te kunnen betalen; ook gierig zijn
ook aan de kust gangbare uitdrukking
Ze eten stuuten met schuifkaas
Ze hebben weinig centen maar gaan toch elk jaar op reis.
plak kaas die men in tijden van armoede of gebrek tijdelijk tussen de boterham legt maar die ook weer hergebruikt wordt bij de volgende boterham (nl.wiktionary.org.)
Werd ook met spek gedaan, schuifspek genoemd.
Bij een mildere vorm werd een reepje kaas vooraan op een open boterham gelegd. Bij elke hap werd in het brood gebeten en de kaas met de bovenlip achteruit geschoven. Het stukje kaas werd bij de laatste hap opgegeten.
“Op een droge boterham werd een plakje kaas gelegd. Lekker, boterham kaas! Maar bij het happen werd de mond niet al te ver geopend, zodat de kaas bleef haken tegen de bovenlip, van de boterham schoof en kon worden gebruikt voor het volgende broodje schuifkaas.” Rob Vreeken in de Volkskrant (1994)
In de hongerwinter van 1944 werd tijden het eten van droog brood een stukje kaas onder de neus gehouden je snoof de geur van het kaas tijdens het eten op de indruk werd gewekt of je brood met kaas at na het eten legde je het stukje kaas terug voor een volgende keer. Werd ook met spek gedaan schuifspek genoemd.
“Op een droge boterham werd een plakje kaas gelegd. Lekker, boterham kaas! Maar bij het happen werd de mond niet al te ver geopend, zodat de kaas bleef haken tegen de bovenlip, van de boterham schoof en kon worden gebruikt voor het volgende broodje schuifkaas.” Rob Vreeken in de Volkskrant (1994)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.