Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    piet
    (zn. m. -en)

    vogel
    meestal verkleinvorm en kindertaal

    WNT:
    Benaming voor een vogel, soms ook bepaaldelijk voor een kanarievogel. Zoowel in de algemeene als in de kindertaal. De naam zal wel ontleend zijn aan het geluid dat de vogel maakt.
    Kom hier, piet, ga maar op mijn hand zitten. poëem WNT
    Onze piet is gaan vliegen, Cornelissen-Vervliet (1899)
    Het pieteken eten geven, Ald.

    zie ook pietevogel

    Sebiet gaan we brood strooien voor de pietekes.

    Ons Pietje is ne gele kanariepiet.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 02 Mar 2016 16:09
    2 reactie(s)

    pieten
    (de ~ geen enk.)

    pasta
    dikke pieten: macaroni
    dunne pieten: spaghetti, spaghettini
    krulpieten: spirelli
    holle pieten: canneloni
    kromme pieten: hoorntjes
    pietenpap: lopende pudding met macaronistukken in

    WNT: Heete melk en dikke pieten.

    zie ook piet “worm”, op andere plaatsen noemt men pasta “pieren”

    Pieten met ketchup en pieten in de pap is heel lekker als vieruureke.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Mar 2016 16:06
    2 reactie(s)

    sjiek
    (zn. m./v., ~en)

    weinig of niets

    ‘geen sjiek waard zijn’ staat in VD2013 online.

    Ik heb gene sjiek gedaan vandaag. Veel te warm.

    Die trektang van den Aldi is geen sjiek waard. (SN)

    Dat kost geen sjiek. 20 cent? 30 cent?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 02 Mar 2016 15:39
    0 reactie(s)

    prut
    (de ~ (v.), ~ten)

    vulva (vulgair)
    preute, preut, foef, miemel, prut

    Van Dale 2005: (volkstaal) vrouwelijk schaamdeel

    “Tommy zat onlangs met zijn neus diep in haar prut, maar dat is geen zekere parameter, Troyca en Muppet zijn nu loops en hij staat er een beetje stom naar te staren en weet het niet goed.” (forum hondenvrienden.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 02 Mar 2016 14:08
    1 reactie(s)

    preut
    (de ~ (v.), ~en)

    vrouwelijk geslachtsdeel, foef, miemel, prut, preute

    Van Dale 2005: preut
    (1865-1870 ‘aars’) nevenvorm van prut (koffiedik, brij)
    (gewestelijk)
    2. (vulgair) vrouwelijk schaamdeel

    “Altijd maar die preut. Wij, mannen, zijn erdoor geobsedeerd, zeker als je, zoals ik, nog maagd bent. Ik wou dat je voor je verjaardag een preut als cadeau kon vragen.” H. Brusselmans, De Qualastofont, 2013.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Mar 2016 14:01
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.