Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
tot het uiterste gaan
vgl: wijd gaan
< Frans: aller jusqu’au bout
Om een goede violist te worden moet je met oefenen jusqu’au bout gaan.
In plank hout: rond stuk waar vroeger een tak zat.
(In Ned.: een noest, knoest of kwast.)
Fig. op ne wier zitten, blijven doorzagen over een onderwerp.
Ge zit just op ne wier, dus dieje nagel godde daar ni deurkrijge!
Als hij aan het snurken is zit hij percies op ne wier.
aanraken
vgl ook tekken
WNT: alleen nog in ’t Westvl. in gebruik.
Tak mij niet, of ik sla u in den grond, De Bo (1873).
Een armlengte van hem afblijven en hem zeker niet takken.
kinderspel: tikkertje op de hoge
in Antwerpen: katteken op den hoge
zie ook tekken
Wat gaan we spelen. Tekkerke of tekkerke op den hoge?
Bij tekkerke op den hoge is het de bedoeling dat ge iemand kunt tekken. Als iemand op een verhoog staat, moogt ge die niet tekken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.