Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    plakplaaster
    (de ~ (v.), ~s)

    1. iemand die overal blijft plakken; zie ook plekker, hangplaaster
    2. smerigaard, knoeier (ploasteren is bepleisteren)
    3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten

    Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
    Antwerpen: plakplëster
    Antw. Kempen: plakpleuster
    Brugge: plakploaster

    WNT:
    - Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
    Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, corn.-vervl. ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
    - Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
    Hij is bekend veur ’en plakplaaster, corn.-vervl. (1890)

    Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).

    Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Sep 2016 13:37
    6 reactie(s)

    plaasteren
    (ww. plaasterde, geplaasterd)

    met plaaster bekleden, met kalk of gips aanbrengen
    SN: stukadoren

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    zie samenstellingen bij plaaster

    Mijn schoonbroer is de muren in zijne gang aan ’t plaasteren.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Sep 2016 13:32
    0 reactie(s)

    plaaster
    (de ~ (m.), ~s, ~en, stofnaam)

    1) gips, gedeeltelijk gedeshydrateerd calciumsulfaat
    2) gipsverband
    3) replica uit gips

    < Oudfrans: plastre < Latijn plastrum.

    WNT: plaester: oudste attestatie: Limburg, 1240
    - papje van verschillende kruiden dat over een wond gelegd wordt
    - gipskalk die op muren en pfafonds wordt gestreken.
    In het Middelnederlands is plaester zoogoed als uitsluitend in gebruik, gelijk nog heden in het Vlaamsch plaaster de gewone vorm is.
    Naast en in plaats van Plaaster is sedert het begin der 17de E. in gebruik gekomen Pleister, doch de oude vorm is in Zuid-Nederland en in vele Nederlandse dialecten in gebruik gebleven.

    zie ook plaasteren, beplaasteren, plaasterkalkpap
    vgl plakplaaster

    1) Plaaster maakt ge door plaasterpoeder of plaasterkalk te mengen met water.

    2) Mijn gebroken been moet zeker 6 weken in de plaaster blijven.

    3) We hebben van onze handen een plaasteren afdruk gemaakt.

    Eerst verschillende vormen in klei maken en daarna er plaasters van maken die dienen als moulen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Sep 2016 13:29
    1 reactie(s)

    inslapen
    (ww. sliep in, heeft ingeslapen)

    overnachten als opvoedster, verpleegkundige, arts, katten- of babysitter, patiënt, leerling,….vroeger ook als meid

    Ze werkt als opvoedster in een internaat: ze slaapt telkens 4 nachten in en is de volgende week thuis.

    Vorige maand was mijn zus vier dagen op reis voor haar werk. Ik heb die nachten daar ingeslapen en voor de katten en planten gezorgd.

    “Wij hebben toen een paar jaren een inslapende meid gehad. Een meisje van ca. 17 j. uit een kinderrijke boerenfamilie.” (alderweireldt.com)

    De partner kan niet blijven inslapen, tenzij de gynaecoloog of de hoofdvroedvrouw daar in uitzonderlijke omstandigheden toelating voor geeft. (uzbrussel.be)

    Ouders van kinderen uit de kleuterklas kunnen blijven inslapen, dit dient vooraf besproken te worden met de orthopedagoge. (uzleuven.be)

    Samen met een beroepskracht sta je in voor een warm onthaal van thuisloze mensen in onze woning voor winteropvang: een kom soep, een gesprek, ’s nachts blijven inslapen, zorgen voor ontbijt ’s morgens, inspectie van de kamers als de bezoekers de woning hebben verlaten. (cawcentraalwestvlaanderen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Sep 2016 12:50
    4 reactie(s)

    lul
    (de ~ (m.), geen mv.)

    boterhamworst, als broodbeleg

    oud woord, dialect van Averbode (Vlaams-Brabant)

    Slager, ik wil graag 100 gram kaas en 100 gram lul.

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 05 Sep 2016 16:59
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.