Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vlinder
< variant van vijfwouter, zie vijffouter
In mijne jonge tijd deed ik niets liever dan vliegenbouten vangen.
vlinder
overzicht bij vijffouter
Die rups is ne schone (schoon) flikketeer geworden.
vlinder
Vergelijk: Lat.: papilio, Fr. papillon. Vooral in Leuven, Antwerpse Kempen en Haspengouw
zie piepel, pimpel, wiewouter, hellekapelle, vijffouter
Ik heb een mooie pepel gezien in de tuin.
vlinder
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Modern lemma: vijfwouter
Vlinder, kapel. In de algemene taal sinds lang verouderd, echter nog wel gewestelijk in Vlaams-België in gebruik.
< VIJVOUTER Middelnederlands: vivouder, viveltere, vivalter(e). Een in velerlei vormen verspreid germaans woord, grondvorm fifal?rôn -, dat waarschijnlijk een met latijns papilio overeenkomende reduplicatieve formatie is bij een wortel die ‘fladderen’ beteekent.
Bij De Bo: fijfouter
Volksetymologie (zie reactie): een vlinder bestaat uit 5 delen, een romp en 4 vleugels.
Antwerpen: wiewouter
Antwerpse Kempen: flikketeer
Laarne: moddevijver
Tielt: flieflotter
Vlaamse Ardennen: vliegenbout, vliegenbouter, vliegemouter
’s Zomers zitten er veel vijffouters in onze vlierstruik.
vlinder
Gewestelijke bijvorm van ‘pepel’ = vlinder (Latijn: papilio, Frans papillon). Vooral in Leuven en Antwerpse Kempen
zie piepel, wiewouter, hellekapelle, vijffouter
Da’s echt schoon om te zien… al die pimpels in de zomer.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.