Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kon, verleden tijd van kunnen
Antw.: kunnen, kost, gekunnen.
Ik kost, gij kost, hij kost, wij kosten (en kosten me), golle kost, zij (zolle/zun) kosten
Ik kost mijn eige nimeer inhoue. (Ik kon mezelf niet meer inhouden)
“Flines, die door stadigh minnen ’t Onvermurwde hart kost winnen Van uwe Agnes” – uit De Werken van Vondel, 1674
pen die men in de grond steekt om een tent aan te spannen,
haring
< Frans: piquet: gepunt paaltje, verkleiningsvorm van pic
De term is afkomstig uit de landmeetkunde.
Antwerpen: in piket liggen (piket, in ~ liggen) = ruzie hebben
Als de tent recht staat kunnen we de piketten in de grond kloppen.
stakerspost
< Frans: piquet de grève
Van Dale online: BE, spreektaal
De stakers hebben een piket opgeworpen voor de ingang van de fabriek.
Op het punt staan te vertrekken. Weggaan.
Doe maar je veste aan, we zijn weg! (West-Vlaanderen)
besef, benul, bewustheid.
Wordt meestal gebruikt in een ontkenning.
uitspraak: bewood (soms ook benood, waarschijnlijk door verwarring met benauwd)
verouderd in Nederland
Wij zijn den bompa gaan bezoeken in het gasthuis, maar hij had er geen bewoud van dat we er waren.
Gelijk die jongens hebben afgezien in de loopgrachten, daar hebben wij geen bewoud van.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.