Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wielerterm maar kan ook evt. in andere omstandigheden: aan zijn plafond zitten (plafond, aan zijn ~ zitten), niet beter kunnen
Michel Wuyts in de koers vanmiddag: “Tankin (=naam wielrenner) plafonneert, dames en heren. Hij kan niet meer aansluiten…”
beplaasteren, stukadoren, gipswerk, bekalken/kalken van de zoldering, kroonlijsten of moulures aanbrengen
afl. plafonneur
< Frans: plafonner
Nog twee kamers moest hij blafonneren. Die zijn overgeschoten. Wanneer gaan we dien bezetter terug zien?
de rijken, de industriƫlen, de mannen met het geld en de macht
Die groten mannen kunnen hun geld in Luxemburg vastzetten en betalen maar 3% belastingen terwijl het geld van de kleine man 30% tot 45% belast wordt. Ge zou voor minder een nationale betoging organiseren.
exploitant, manager
eigenaar
In Belgisch-Nederlands is uitbater neutraal, in Nederland wordt het alleen gebruikt om een ironiserend of soortgelijk effect teweeg te brengen. (vrt taal.net)
WNT: Uitbater, exploitant; ook: eigenaar. Alleen in Vl.-Belg.
zie ook uitbaatster, uitbater, de kleine ~, uitbaten
De rol van de zaaluitbater als actor bij het ontwikkelen van een feest- en fuifbeleid is in het verleden misschien wel verwaarloosd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.