Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
jongen
Joewen, seg, stopt daar es mee!
Die joewens van de Chiro komen wafels verkopen om hun kamp te kunnen betalen.
De buurvrouw is bevallen van een joewen.
iemand die plafonneert, stukadoor, plekker voor de blafon;
verbasterd tot blafonneur
VD2014 online: gewestelijk
zie ook plafonneerder, bezetter, plakker
De plafonneur heeft schoon werk afgeleverd. Hij had een leerling-blafonneur bij.
kuiken, kiekske
Gezinsuitbreiding bij de geburen; in hunnen hof lopen een stuk of 7 kikskes achter moederkloek.
inwoner van Leuven
De bijnamen van de Leuvenaars zijn Pietermannen en Koeienschieters. De eerste naam verwijst naar de inwoners van de oudste parochie (Sint-Pieter) en de tweede bijnaam verwijst naar het historische feit van 1691 toen de inwoners van Leuven op een zekere nacht het vuur op verdachte gestalten openden. De Leuvenaars werden op dat moment belegerd door de Fransen en waren in de waan dat ze op vijandige soldaten schoten. De volgende morgen bleek echter dat ze een kudde koeien hadden beschoten. (Wikipedia)
zie ook Belgische bijnamen van inwoners
Pieterman – nee, niet de giftige vis maar – Jeroen Meus kruiste gisteren ons pad toen we in Leuven rondliepen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.