Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
niet (bijwoord van ontkenning, geplaatst voor het verbogen werkwoord, gaat vaak gepaard met ander ontkennend woord)
zie ook elders in dit woordenboek: ndoeje, tendoedendoet, toet
gebruik in verschillende regio’s: zie reactie
dien en ken ik niet
ik en weet het niet
het en doet! (het is niet waar)
’k en heb geene rotte frang nemeer!
Hier sta ik, ik en kan niet anders. (M. Luther)
meisje in “bar” dat op je kosten drinkt
in Antwerpen uitzuipster
“Lap, gene rotte frang meer over, die afzuipster hee me echt blut gezopen.”
rollen
Die houtblok is te zwaar om op te heffen. We zullen moeten trullen.
Zie die poes toch trullen!
“Ik heb ‘ne’ frang laten vallen, en ik geloof dat em onder de kas getruld is.” Cornelissen-Vervliet (1903).
moeilijk afgaan
(figuurlijk) gierig zijn
Voor j’n collecte moei an den dienen gin frang vragen, j’is vil te steeg van afgoan.
(Voor uw geldinzameling moet ge aan hem geen frank vragen, hij is veel te stug in het afdragen (stuiken).
1.zuinig zijn
2.gierig zijn
zie ook euro, een ~ in twee bijten
1. Dat zijn er nog van voor den oorlog. Met hun pensioentje moeten ze iedere frang wel in tweeën bijten.
2. Daar moet ge niet gaan bellen voor de wafelenbak. Ze zouden ne frang in tweeën bijten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.