Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. tutteren
2. zabberen
vgl loetsje
> Duits: lutschen
1. Ons Woutje is muug want hij lotst zo hevig aan zijnen tut.
2. Lotst zo niet aan die fles en pakt een glas om uit te drinken.
fopspeen
Uwe kleine is aan ’t bleiten, geef hem rap zijn lots.
vrouwenborst, tet
VD2013 online: loezen: toegevoegd in 2007, eufemistisch: borsten
Kijk es naar die vrouw daar, die heeft mooie loezen, amai!
Grote loezen zijn zeer sexy.
likken, zuigen
vgl lotsen
> Duits: lutschen
´T kèndj loetsjt aan zien klumpke.
Het kind likt aan zijn snoepje.
De hondj moog ´t penke laeg loetsje.
De hond mag het pannetje leeg likken.
kerstgebak in de vorm van een boomstronk
wikipedia:
De kerststronk duidt tegenwoordig op een gebak dat met Kerst gegeten wordt in onder andere België en Frankrijk.
VD2013 online: Belgisch-Nederlands
Een echte kerststronk met veel crème au beurre en chocolat kan ik hier niet presenteren, maar wel een virtuele met daarop geschreven: beste wensen voor het hele Vlaamse Woordenboek. En na de kerststronk de kerstdronk: schol!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.