Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
treiteren, pesten, kwellen
< Frans couillonner (argot= bedriegen, rollen) < couillon (= onnozelaar, imbeciel)
NL: koeioneren: op een vervelende manier de baas spelen.
Zie ook koejon, koejoneur, duvel, iemand de ~ aandoen
Waarom koejonneert ge toch altijd die jongen?
salami
< vervorming van ‘saucisson de Boulogne’, een streekproduct uit Oost-Vlaanderen. De worst is gemaakt van paardenvlees, vandaar de donkere kleur.
Zie ook boulogneworst
Hij eet nen boterham mee bloende. (Meetjesland)
’k eete liever nen botteram mee bloende dan mee sallemie (Gent)
overjas, mantel
< Frans paletot < Middelengels paltok; verdere herkomst is onzeker
- overgenomen in diverse talen: Russich ??, Frans, Duits,
Van Dale 2005:
paletot
de (m.); -s; paletotje
(1866) < Frans paletot
1. korte overjas, korte mantel
ook in West-Vlaanderen, Mechelen
wordt niet gebezigd in Antwerpen
Mijn palto hangt aan de kapstok.
overjas, mantel
> oosprong: Russisch: ?? (palto): (over)jas
> overgenomen in diverse talen: Fr./Eng./Dui./…: paletot
Van Dale 2005:
paletot
de (m.); -s; paletotje
(1866) < Frans paletot
1. korte overjas, korte mantel
ook in West-Vlaanderen, Mechelen
wordt niet gebezigd in Antwerpen
Mijn palto hangt aan de kapstok.
(ook kalson)
mannenlingerie, korte onderbroek
uitspraak in Antwerpen: klik op het luidsprekertje om het woord te beluisteren
herkomst: Fr. le caleçon, onderbroek met pijpen < It. calzoni < calza, kous
Er hingen singletjes en calsonnekes op de wasdraad in de wind te drogen.
In de winter draagt de Paul een lange calson.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.