Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vgl veusseslidder
Aan de tuinvijver, weggekropen veussen kwaakblazen in koor.
1) aflikken
2) afkussen
in Antwerpen aflakken
1) Dat eten was zo lekker, dat ge uw vingers zou aflekken.
2) Dat jong verliefd koppeltje staat, achter de hoek, in een lieve knuffel mekander af te lekken.
oplikken
zie ook oplekken
Uwe kreim smelt, lakt dat oep, sebiet lekt dat oep de grond.
Uw ijsje smelt, likt dat op, sebiet lekt dat op de grond.
1) aflikken
2) afkussen
zie ook lekken
in Antwerpen aflakken
1) Dat eten was zo lekker, dat ge uw vingers zou aflekken.
2) Dat jong verliefd koppeltje staat, achter de hoek, in een lieve knuffel mekander af te lekken.
likken, lekken
WNT: lakken: Likken; als bedr. ww. zoowel met de zaak waaraan gelikt wordt als met die welke men door likken tot zich neemt, als object. Veelal in fig. verband. In N.-Nederl. weinig of niet bekend.
uitspraak in Antwerpen: klik op het luidsprekertje
zie ook uitlakken, oplakken, aflakken
De Jean die lakt niet aan zijn crème-glace, die bijt er in.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.