Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Staat voor de kleur geel
ei was lik ne klow, mé tie gilve vest an.
Hij zag er belachelijk uit met die gele jas.
zwijn, varken
uitspraak: klik op het pijltje
Hij kwikte (kwikken) een zwien voor eigen gebrûk (gebruik) en twî (twee) zwiens om te verkopen.
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
uitspraak: klik op het pijltje
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van middelnederlands keefse, kevesch, duits kebse `bijzit’. Verwant aan duits käfig, westvlaams keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. West-Vlaanderen) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker, bekeppelen
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke
Meest geprefereerde kind van iemand (ouders, leraar,…)
uitspraak: klik op het pijltje
zie ook: kakkelatje, flebbeke, fleppeke, bebbeke, fiske, keppesleppe
Jantje is het keppekindje van zijn mama, zo’n lief baaske!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.