Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij tomaat: in Zuid-Nederland soms TOMAT. Ontleening van spaans tomate of van frans tomate (b.v. gewestelijk in Zuid-Nederland.)
door de andere uitspraak heeft de ‘tomat’ ook een andere meervoudsvorm: tomatten ipv tomaten
zie ook Breda, Spa: vokaalreductie, tomatte; verzamellemma groenten en fruit
’k Moet sebiet nog naar de markt achter patatten en tomatten.
knuffelen, omhelzen; aaien, strelen
zie ook: kernoeffelen
kènder hébbe zoe gan daste ze feis (kinderen hebben zo geren dat ge ze feest – kinderen vinden het zo fijn om gefeest, geknuffeld, te worden)
iemed feiste mèt z’ne verjoërdaog (iemand feesten, omhelzen, met zijn verjaardag)
omhelzen, in de armen nemen, de armen om iem. hals slaan
→ Fr. embrasser > bras (=arm)
Ik had er een hekel aan dat mijn tante mij ambrasseerde, ze stonk naar de parfum.
omhelzen, vastpakken
do er mich sach vloog er mich toch aan!
(toen hij me zag omhelsde hij me (stevig))
aframmelen, klappen uitdelen
ook in Antw. & in de Kempen
van het zn. toek
vgl. koek, koeken
Hij stond op zijn broer te toeken.
Man, als ge sebiet ni gaat ophouden met uwe zever, dan toek ik op uw bakkes totdat het blauw ziet.
Stad Antwerpen hangt 5 bokszakken op om studenten te laten bewegen: “Ze kunnen er eens goed op ‘toeken’” (vrt.be)
> andere betekenis van toeken
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.