Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die traag eet
gien teeuweloàre (je bent altijd de laatste klaar met eten)
niet voortdoen bij het eten, treuzelen bij het eten
zie ook: trijfelen
ge moe niet altied zo teeuwelen
dokter, meneer doktoor
zie ook: dokteur; verzamellemma geneeskunde
Onzen doktoor komt om de maand eens langs.
Niemand weet meer van de stand van de wereld dan meneer of mevrouw doktoor. (demorgen.be)
achterdeel, kont, zitvlak
vnw: •achterste, achterwerk, billen, bips
-iemand op zijn poep geven: iemand een pak voor zijn billen geven
DS2015 geen standaardtaal
De gebruikelijke Nederlandse betekenis van uitwerpselen of stront wordt in Vlaanderen niet gebruikt. Uitzondering hierop is hondenpoep, hoewel de Vlaming eerder hondenstront zal verkiezen.
< Volgens sommige etymologen zou poep komen van het Franse poupe: achtersteven van een schip, Latijn puppis
zie ook voorpoep; poepzitten; klets op de poep
Zet u neer op uw poep.
Als ge niet braaf zijt, krijgt ge een klets op uw poep.
Dat student Lloyd aarzelend op haar poep had gemikt om de omvang van de blauwe plek te beperken, kon Joke geen barst schelen. (standaard.be)
Houd uw poep lekker warm met ‘swants’ – De Standaard
Op het eind ging De Bruyne, na een zoveelste ren, op de poep zitten. Krampen. Zich helemaal te pletter gelopen. (demorgen.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.