Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
in stukken kappen of hakken, kapot kappen
Van Dale 2014 online: gewestelijk
MNW en WNT: Aan of in kleine stukjes hakken. Hackelen. Kiliaan (1588)
Zij hakkelt de takken uit haren hof om de stoof te kunnen aanmaken.
in de war brengen, verwarren
WNT: Voor de alleen in Zuid-Nederland bekende opvatting van Hakkelen als: in de war maken, verwarren.
zie ook hakkelgaren, hakkeling, aklegaris, akkelgoaries
Als ik een trui of een sjaal brei met verschillende kleuren wol, dan hakkelen die altijd in mekaar.
hakkelend, brabbelend naspreken
zie ook achternahakkelen
niet in VD
WNT: Nahakkelen, hakkelend naspreken (”wat nagehakkeld fransch”, de laet, Vl. Zaak, 45)
- Jeannine sprak met haar mond vol boterhammen: “moemogge oem mevemuur moesoen…”
- “Wat? Moemogge oem mevemuur moesoen…” hakkelde Jean haar na. “Zegt dat nu es terug maar met ne lege mond”.
- “Moet morgen oem zeven uur opstaan…”
in stukken kappen of hakken, kapot kappen
VD2014 online: gewestelijk
MNW en WNT: Aan of in kleine stukjes hakken. Hackelen. kil. (1588)
Zij hakkelt de takken uit haren hof om de stoof te kunnen aanmaken.
stotteren, niet uit de woorden geraken
Van Dale 2014 online: gewestelijk
MNW: hackelen: hakkelen, stotteren, stamelen, niet uit zijne woorden kunnen komen Kil.
WNT: Gewestelijk
zie ook hakkelaar, nahakkelen, hakkeling
Hij begon van schrik te hakkelen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.