Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
erf, domein rond de woonst of andere gebouwen
WNT: Hop, hôp: Uit deze bet. kan zich die van erf, werf, hof geleidelijk ontwikkeld hebben. Hop is verwant met hoep, ring, kring, ronding; z. ald. en vgl. ham in inham.
Die moet hier nooit meer zijn: van den hof en het hekken vast, onmiddellijk!
- afk. van hofstee en boerderijhof
- boerderij, hoeve
Het is de woning en de bedrijfsruimte van een landbouwbedrijf; het complete bedrijf van een boer inclusief woonhuis, erf, weiland, bouwland, stallen en schuren.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Hof: het huis met de stallingen, de schuren en het erf van een boer: boerenhofstede, (pacht)hoeve, boerderij. Zeer gewoon in Z.-Ndl.
Afbeeldingen:
boerderijhof in Diksmuide: zie hier
hof als vakantiehuis te Roeselare: zie hier
Boerderij Hof ter Motte in Poesele is een zorgboerderij voor mensen met een beperking, waar ge alles kunt vernemen over het leven van de vrije uitloop- en scharrelkippen.
Hoven worden meer en meer omgevormd tot vakantiehuizen of B&B’s.
overdreven, vergezocht;
ook ‘met’ zijn haar getrokken
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
ook: bij zijn haar getrokken,
haren, met de ~ getrokken
Een kwartier te laat, ik? Dat is serieus bij ’t haar getrokken. Ik was welgeteld om 7 na binnen. Ik weet het omdat ik op mijn horloge gekeken heb.
overdreven, verkeerd voorgesteld
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
ook: bij zijn haar getrokken,
haren, met de ~ getrokken
Een kwartier te laat, ik? Dat is serieus bij ’t haar getrokken. Ik was welgeteld om 7 na binnen. Ik weet het omdat ik op mijn horloge gekeken heb.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.