Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
papieren zak, puntzak; (ook) hoorn tuut
(in de winkel) Zal ich ‘t oech èn e tietsje doên? (zal ik het u in een zakje steken?)
Lot daaj toêt mêr, ich stèèk ’t wol èn m’n kelbas (ik hoef geen zak, ik steek het wel in mijn boodschappentas)
Krèèm èn ’n toêt (ijs in een hoorntje)
E tietsje kaad (oudste benaming voor een ijsje: werd destijds in kleine zakjes verkocht)
De toêt van Krèèmgus (de roephoorn waarmee Crèmegus, een legendarisch figuur in Bilzen, mededelingen afriep op de woensdagmarkt)
uitspraakvariant van frank
Louis kreeg honderd frang van zijn meter voor zijne zondag.
“Ik ben begonnen aan één frang zestig per uur. Ik had nog geen honderd frang in een week.” (vaantjesboer.be)
uitspraakvariant van frank
Louis kreeg honderd frang van zijn meter voor zijne zondag.
“Ik ben begonnen aan één frang zestig per uur. Ik had nog geen honderd frang in een week.” (vaantjesboer.be)
rommelen, zoeken, snuffelen
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Snuffelen.
In zuidelijke dialecten en in Groningen (Ter Laan).
De hond snuistert in ’t stroo en in de eerde achter de muizen, De Bo (1873).
Het liefste wat ze doet is op de markt snuisteren.
Wat zit ge daar in de kast te snuisteren?
ook: er bij varen
er goed (of slecht) mee zijn
Van Dale: “(voer, is gevaren) (archaïsch) gaan”
zoals in: Er wel bij varen
vgl. Hageland: gevore, tegen ~
vgl. raar varen
De nichtjes zijn goed gevaren met de erfenis van hun oude tante.
Meisje, laat die gast toch vallen, ge gaat er niet goed mee varen!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.