Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    duimen
    (ww. duimde, geduimd)

    verklaren dat men achter het streefdoel van iemand staat; dit kan worden veruitwendigd door een symbolisch gebaar met de duim in de vuist van dezelfde hand te houden

    Van Dale online: duimen
    de duim van de ene en de wijsvinger van de andere hand afwisselend tegen elkaar drukken, om een afwezige iets goeds toe te wensen
    hyperoniem: hopen
    uitdr.: duimen voor iemand

    Beide Daumen drücken

    Morgen schrijft Jantje zijn eindexaam, we zullen voor hem duimen.

    We hebben geduimd voor u opdat ge uw rijbewijs zou halen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 12 Mar 2018 14:10
    8 reactie(s)

    polleke
    (het ~, ~s)

    klein handje, knuistje, een kinderhand

    kindertaal voor pol; etymologie zie poeleke

    klik op de afbeelding
    Babyhand

    Ik kom met het geld in m’n polleke.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Mar 2018 13:50
    0 reactie(s)

    poeleke
    (het ~, ~s)

    een handje
    Vooral toegepast in spreektaal naar kinderen toe.

    Prov. Antw.: polleke

    < poel
    WNT: Middelnederlands poele, Middelnederduits pûle. In den grond hetzelfde woord als puil, dat zoowel zak, buidel, als buil, gezwel kan beteekenen, naam of benaming derhalve voor iets dat (hol en) bol, dik, opgeblazen is.
    ?5. Kinderhandje, ook de vorm pol(le) komt voor (De Bo)
    “Maak uwe poelekens niet vuil.” De Bo (1873).

    Geef pepe eens een poeleke!

    Regio Meetjesland
    Bewerking door de Bon op 12 Mar 2018 13:48
    0 reactie(s)

    poeleke
    (het ~, ~s)

    een handje
    Vooral toegepast in spreektaal naar kinderen toe.

    Prov. Antw.: polleke

    < poel
    WNT: Middelnederlands poele, mnd. pûle. In den grond hetzelfde woord als puil, dat zoowel zak, buidel, als buil, gezwel kan beteekenen, naam of benaming derhalve voor iets dat (hol en) bol, dik, opgeblazen is.
    ?5. Kinderhandje, ook de vorm pol(le) komt voor (De Bo)
    “Maak uwe poelekens niet vuil.” De Bo (1873).

    Geef pepe eens een poeleke!

    Regio Meetjesland
    Bewerking door de Bon op 12 Mar 2018 13:47
    0 reactie(s)

    pol
    (de ~ (m.), ~len)

    hand
    zie ook poeleke, polleke; zweetpollen

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, informeel

    Hans, was uw pollen voor we eten.

    Geeft meneer eens een schoon polleke.

    Hij wreef in zijn pollekes.

    Daarbij bleef er nogal wat aan hun pollen plakken.

    Met zijn pollen in zijn tes lak nen boer. (Met zijn handen in zijn zak zoals een boer.)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 12 Mar 2018 13:21
    6 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.