Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    koekenbak
    (de ~, m., -ken)

    pannenkoek

    WNT: "Koekebak … Het gewone woord in een groot deel van Zuid-Nederland voor pannekoek

    Crepes dsc07085
    Stapeltje koekenbakken

    Wat moet g’ hebben? Koekenbakken of wafels?

    “Toen de reuk van den eersten koekebak D. in den neus drong, begon hij van eetlust te watertanden”, Conscience (ed. 1869).

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 09 Apr 2018 15:51
    6 reactie(s)

    koekenbak
    (de ~ (m.))

    - het zit er tegen, met veel geroep en getier
    - het is dik aan

    in de uitdrukking: het is koekenbak, het is weer koekenbak

    Van Dale online: BE, informeel: uitdrukking het is weer koe­ken­bak: het is weer raak; er is weer ru­zie; de ru­zie is weer bij­ge­legd

    ’t Was weer koekenbak. Eigenlijk was het te voorzien, dat er ruzie van zou komen.

    Lap, het was te denken, ’t is weer koekenbak!

    Jaja, dat ziet ge, met die twee is ’t koekenbak.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 09 Apr 2018 15:50
    0 reactie(s)

    afgaan
    (ging af, is afgegaan)

    1. door uw eigen toedoen voor aap staan = standaardtaal
    2. rinkelen

    1. De Walter ging helemaal af toen hij tijdens zijn showke van zijne fiets viel.
    2. Sorry, ik had mijn gsm niet horen afgaan.

    Regio Standaard Nederlands
    Bewerking door de Bon op 09 Apr 2018 15:48
    2 reactie(s)

    sirken
    (ww., sirkte, gesirkt)

    zagen, zeuren
    zie ook: sjipsjappen, memmen

    WNT: Een klanknabootsing, verg. Sieriken en Sjirken.
    1. Naam van het geluid dat veel kleine vogels maken als roep of bij eenige aandoening, tjilpen. Niet algemeen.
    2. Treuren, kwijnen (bepaaldelijk van vogels?). In de Kempen.
    3. Mopperen, pruttelen. Te Antwerpen.
    “Hij héet eenige centen met de kaart verloren, en daar zit em nu den heelen dag over te sirken”, Cornelissen-Vervliet (1899)

    Hij bleef daar maar over sirken > hij bleef daar maar over zeuren.

    Ni rond de pot sirken hè, zegt wa ge te zeggen hebt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 09 Apr 2018 15:42
    0 reactie(s)

    sjipsjappen
    (ww., sjipsjapte, gesjipsjapt)

    melken, zeveren

    zie ook sirken

    Niet sjipsjappen vandaag he, ik heb daar geen goesting in om naar die zever over uwe vent te horen!

    Och manneke seg met uw gezaag, niet sjipsjappen. Dan doet ge er iets aan!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 09 Apr 2018 15:41
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.