Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    lutsen
    (ww., lutste, gelutst)

    lichtjes schudden

    Lutst er ne keer aan.

    Lutsen voor gebruik.

    > zie andere betekenis van lutsen

    Regio Gent
    Bewerking door de Bon op 01 Sep 2018 13:40
    1 reactie(s)

    lutsen
    (ww., lutste, gelutst)

    lichtjes schudden

    Lutst er ne keer aan.

    Lutsen voor gebruik.

    zie andere betekenis van lutsen

    Regio Gent
    Bewerking door de Bon op 01 Sep 2018 13:40
    1 reactie(s)

    lutsen
    (ww., lutste, gelutst)

    treuzelen, zich bezig houden met futiliteiten

    WNT: Slap heen en weer gaan, wiebelen, beven, wiggelen, schudden, trillen; ook fig. In Vlaanderen.
    ? Vandaar: zich waggelend voortbewegen; ook: zonder haast loopen, drentelen.
    Naar huis lutsen, Schuermans (1865-1870).
    De boer bond het zwijn bij den achterpoot en ’t beest kwam traag zwadderend naar buiten gelutst en ’t stak den snuit omhoog en snorkte, Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).

    Hou op met lutsen, we moeten vertrekken.

    > zie andere betekenis van lutsen

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 01 Sep 2018 13:39
    2 reactie(s)

    lutsen
    (ww., lutste, gelutst)

    treuzelen, zich bezig houden met futiliteiten

    WNT: Slap heen en weer gaan, wiebelen, beven, wiggelen, schudden, trillen; ook fig. In Vlaanderen.
    ? Vandaar: zich waggelend voortbewegen; ook: zonder haast loopen, drentelen.
    Naar huis lutsen, Schuermans (1865-1870).
    De boer bond het zwijn bij den achterpoot en ’t beest kwam traag zwadderend naar buiten gelutst en ’t stak den snuit omhoog en snorkte, Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).

    Hou op met lutsen, we moeten vertrekken.

    zie andere betekenis van lutsen

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 01 Sep 2018 13:39
    2 reactie(s)

    lutsen
    (ww., lutste, gelutst)

    treuzelen, zich bezig houden met futiliteiten

    WNT: Slap heen en weer gaan, wiebelen, beven, wiggelen, schudden, trillen; ook fig. In Vlaanderen.
    ? Vandaar: zich waggelend voortbewegen; ook: zonder haast loopen, drentelen.
    Naar huis lutsen, Schuermans (1865-1870).
    De boer bond het zwijn bij den achterpoot en ’t beest kwam traag zwadderend naar buiten gelutst en ’t stak den snuit omhoog en snorkte, Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).

    Hou op met lutsen, we moeten vertrekken.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 01 Sep 2018 13:38
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.