Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nee er zit aan mij geen draadje los, ‘de draadjes mogen of zijn er uit’ is al jaar en dag in gebruik in de noordelijke republiek. Dus dan maar ‘voor de draad ermee’ dacht ik. Overigens is het geen bewerking van het lemma maar een opmerking in een reactie. Kloten aan lemma’s doe ik principieel niet behalve (SN lijstjes) of een toevoeging.
Om nog een beetje een rode draad in het verhaal te houden: wordt het niet weer eens een tijd voor een nieuwe term voor betwiste SN-woorden op de anderhalve postzegel waar ze gesproken worden? We hebben er maar zo weinig!
Zelf heb ik al een vermetele poging gewaagd zie: Lagelands
Woordenboek:
15 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `draad`
1) aan een zijden draadje hangen (=de kansen zijn nog niet verkeken, maar het scheelt erg weinig)
2) alle dagen een draadje is een hemdsmouw in het jaar (=met geduld kan men veel bereiken – vele kleintjes maken een groot)
3) de draad kwijt zijn (=de loop van het verhaal niet meer kunnen volgen)
4) de draad van ariadne (=middel om klaarheid te scheppen in een ingewikkeld iets)
5) de draad van het verhaal opnemen (=het verhaal of de taak verderzetten op de plaats waar eerder gestopt was)
6) de rode draad (in een verhaal of betoog) (=het centrale thema, hetgeen waar steeds weer op wordt teruggegrepen)
7) elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar. (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar)
8) ergens mee voor de draad komen (=zeggen wat de precieze bedoeling is)
9) geen droge draad aan het lijf hebben (=totaal nat geregend zijn (soms ook : door en door bezweet))
10) iemands levensdraad afsnijden (=doden)
11) tegen de draad ingaan (=het er niet er mee eens zijn en er tegen in gaan)
12) tot op de draad versleten (=helemaal versleten)
13) van de naald tot de draad (=tot in het kleinste detail)
14) van naald tot draad (=tot in het kleinste detail)
15) voor elke naald een draad hebben (=voor elk probleem een oplossing weten)
Het dialectenwoordenboek kent 10 spreekwoorden met `draad`
1) Sint-Niklaas: ’t is uit de noad (=wanneer de draad waarmee iets genaaid is losgaat)
2) Zeeuws: da hoeg van heef z m draad (=vlug)
3) Kaprijks: de konijns zidn mee ulderen neuze an den draad (=het is koud)
4) Mechels: een neulle vèsseme (=een draad door het oog van een naald steken)
5) Genneps: ene krangsen hond (=eem koppig, tegendraads persoon)
6) Zeeuws: heef tzem draad (=geef ze van katoen)
7) Kortemarks: jis oltn teegntjok (=hij is altijd tegendraads)
8) Zeeuws: t hoeng van heef zm draad (=ruimte)
9) Genneps: Tot op den naod verslete (=Tot op de draad versleten)
10) Budels: werse prej (=vrouwelijk geslacht die tegendraads is)
uit: mijnwoordenboek.nl
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.