Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Kot wordt minder gebruikt dan hok in NL (zie onderstaand)
Het meervoud koten (dat ik niet ken) lijkt me dan ook vlaams.
Het staat er alleen net niet bij.
het -woord
kotten, koten
1
ellendig huis of hok;
2
Zuid-Nederlands huis, gedeelte van een huis; schuurtje, bijgebouw, loods, berging;
in zijn kot blijven
a) thuis blijven; b) zich stil houden;
iem. in zijn kot jagen
iem. op zijn nummer zetten, de mond snoeren;
uit zijn kot komen
uit de hoek komen;
met iem. op zijn kot zitten
a) met iem. opgescheept zitten; b) iem. in huis hebben, met iem. samenhokken;
3
Zuid-Nederlands bordeel, hoerenkast;
4
Zuid-Nederlands studentenkamer, studentenflat;
5
Zuid-Nederlands hok, kooi (voor dieren)
Bron: mijnwoordenboek.nl
Ik wil gelui niet deprimeren maar inslaan en afslaan wordt ook boven de rivieren gebruikt.
Idem in Maasland, niet alle uitdrukkingen zijn echter hetzelfde.
De woorden zijn lichtelijk anders:
Mit emes aan de kal komme.
De kins mekkelik kalle mèt deam.
Zigk mer niks der-euver de hubs baeter geine kal mit de bure.
’n Laeg kar waegt nog geine kilo.
Och loat de kal mer goan. (ipv doead)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.