Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
In plaats van een ‘knipoog geven’, zeggen we ‘een oogske
trekken’.
vnw: een oogje trekken: knipogen
in het Antwerpse: pinken
Toen hij niet helemaal de waarheid gezegd had, trok hij een oogske naar zijn vriend. De anderen merkten dat echter niet.
Minachtend haalde zij haar schouders op en trok een oogje naar den koster, die een soort van innerlijke pret om ’t geval scheen te hebben. (Het Ezelken – Cyriel Buysse)
Jacqueline poetste in de fabriek waar Jozef werkte. Op een dag liep zij hem voorbij, hij zat op zijn hurken, trok een oogje naar haar en vroeg of hij eens na het werk een eindje mocht meewandelen met haar. (nieuwsblad.be)
speeksel
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
znw. m. Het zelfst. gebruikte klanknabootsende woord tuf voor het geluid dat men bij spuwen maakt.
In het antw. -brabantsche en in het gebied van Deventer.
(Schuermans (1865-1870), V. Schothorst (1904), De Bont (1958)).
1. Speeksel: Doet er wat tuf aan, Cornelissen-Vervliet (1903)
2. Het eenmaal spuwen: Veur elken tuf krijgde ’en klets, stoute jongen! Corn.-Vervl. (1906).
zie ook: moederkeszalf, speek, spiksel
Als een kind valt, doen we wat ‘tuf’ aan de knie, dan is het rap genezen.
Hawk tua is wat wij in onze jeugd in schoon Vlaams kwak tuf noemden, al is de rochel, want dat is het, hier bedoeld om het mannelijke smaldeel mee overeind te krijgen en ongetwijfeld te houden. (Mark Coenen in demorgen.be)
> andere betekenis van tuf
speeksel
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
znw. m. Het zelfst. gebruikte klanknabootsende woord tuf voor het geluid dat men bij spuwen maakt.
In het antw. -brabantsche en in het gebied van Deventer.
(Schuermans (1865-1870), V. Schothorst (1904), De Bont (1958)).
1. Speeksel: Doet er wat tuf aan, Cornelissen-Vervliet (1903)
2. Het eenmaal spuwen: Veur elken tuf krijgde ’en klets, stoute jongen! Corn.-Vervl. (1906).
zie ook: moederkeszalf, speek, spiksel
Als een kind valt, doen we wat ‘tuf’ aan de knie, dan is het rap genezen.
Hawk tua is wat wij in onze jeugd in schoon Vlaams kwak tuf noemden, al is de rochel, want dat is het, hier bedoeld om het mannelijke smaldeel mee overeind te krijgen en ongetwijfeld te houden. (Mark Coenen in demorgen.be)
> andere betekenis van tuf
vnw: onzegbaar, onuitsprekelijk
ook onzeglijk
Hun onzeggelijk puberend zoontje doet daar geen goed aan. (demorgen.be)
Sommigen hebben de boodschap minder goed begrepen en beschuldigen mij van onzeglijk cynisme of ander onfraais. (cm.be)
Ik heb een paar jaar geleden ook een osmose filter/apparaat gekocht, probleem met die dingen is dat ze onzeggelijk traag RO-water aanmaken (vlaamshobbybrouwforum.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.