Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. kwijl, zever
2. druiulregen, zever
Groot Woordenboek der Nederlandse taal: (Zuidn.) 1. kwijl ; 2. stofregen.
vgl. zabberen; Jan Zabber
wawwwww, chique dinges joh, kwijlkwijl, de zabber loopt hier uit mijne mond ,alvast proficiat zenne. (2fast4u.be)
de zabber loopt al de sossen hun mond (forum.politics.be)
Jean: Regent het?
Gerda: Nie echt, tegen de ruiten te zien. Er valt hoogstens wat zabber want ’t straat is wel nat.
Piet Snot
vgl. zabber
In de Kempen hebben ze het niet over Piet Snot, maar over Jan Zabber. Zabber is in heel veel Brabantse dialecten een synoniem voor kwijl. (vrt.be)
Tijs en ik lopen er wat bij voor Jan Zabber. (gva.be)
Nu vraag ik mij af of ze überhaupt wel iets gaan moeten betalen en ik dus de premie voor Jan Zabber betaal. (2fast4u.be)
1. kwijl, zever
2. druiulregen, zever
Groot Woordenboek der Nederlandse taal: (Zuidn.) 1. kwijl ; 2. stofregen.
vgl. zabberen; Jan Zabber
wawwwww, chique dinges joh, kwijlkwijl, de zabber loopt hier uit mijne mond ,alvast proficiat zenne. (2fast4u.be)
de zabber loopt al de sossen hun mond (forum.politics.be)
Jean: Regent het?
Gerda: Nie echt, tegen de ruiten te zien. Er valt hoogstens wat zabber want ’t straat is wel nat.
1. kwijl, zever
2. druiulregen, zever
Groot Woordenboek der Nederlandse taal: (Zuidn.) 1. kwijl ; 2. stofregen.
vgl. zabberen
wawwwww, chique dinges joh, kwijlkwijl, de zabber loopt hier uit mijne mond ,alvast proficiat zenne. (2fast4u.be)
de zabber loopt al de sossen hun mond (forum.politics.be)
Jean: Regent het?
Gerda: Nie echt, tegen de ruiten te zien. Er valt hoogstens wat zabber want ’t straat is wel nat.
1. sabbelen, aan iets zuigen
zie ook zabberstok
2. kwijlen (speeksel dat uit mond loopt)
3. zeveren, zagen, melken
zie ook zabberaar, zabbertrien
4. Hageland en de Kempen: (mot)regenen, zie ook zeveren
vgl. zabber; afzabberen; opzabberen; leegzabberen
1. Hij zit weer aan zijne lekstok te zabberen.
2. Als ge oud wordt, dat is gelijk een baby zijn bavet: met een zakdoek rondlopen om het zabberen tegen te gaan.
3. zeg, zabbertrien, komt ge weer zabberen, ik ben de klaagmuur niet hè.
4. Het heeft weer den hielen dag gezabberd.
Dat zabbert al een hele dag, kan de zon nu eens niet schijnen?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.