Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
drie keren; SN: drie keer
veel keer; SN vele keren
VD95 (gew.) eens of als versterking van eens: Dat moet maar eens een keer ophouden
Ze had twee keren gebeld maar ze kwamen niet opendoen.
Hoeveel keer heb ik dat nu al gezegd?
Och, ik ben daar veel keer geweest zenne, maar het is al wel lang geleden.
Ge moet u een keer afvragen ofdat ge niet teveel van uwe zoon geeist hebt. (Ge moet u eens afvragen…)
Wacht eens een keer!
zich ergens niet goed voelen
VD95: (gew.)het ergens kunnen keren, het kunnen uithouden, harden
Ik ken het alleen met de ‘niet’ erbij.
We zijn dan verhuisd, maar ik kon er niet keren. Na een paar maanden zijn we dan terug moeten komen.
grieperig
Ik ben wat griepig: ik gaan een hete tas thee met honing drinken en dan maar direct gaan slapen.
1) een spel winnend uitspelen
2) leeggedronken zijn van een glas, … (woorden-boek.nl: Zuid-Nederlands uitgedronken, opgedronken;
een glas (te veel) uit hebben)
Toen Jeroen Meus tot het laatste stokske van een Mikado zonder bougeren kon oprapen, riep hij: Ik ben uit!
Als uw glas uit is, dan zijn we weg, OK?
1) een spel winnend uitspelen
2) leeggedronken zijn van een glas, … (woorden-boek.nl: Zuid-Nederlands uitgedronken, opgedronken;
een glas (te veel) uit hebben)
Toen Jeroen Meus tot het laatste stokske van een Mikado zonder bougeren kon oprapen, riep hij: Ik ben uit!
Allez, drink uw glas uit, dan zijn we weg.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.