Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
krullenbol, iemand met krulletjes
Die voorzitter van de voetbalclub, ne kleine, magere krollekeskop met een fijn snorreke, kent ge hem niet?
directeur
verouderd: den bestuurder van ’t school
Den bestuurder kwam in de klas en iedereen moest fiks naast zijn bank staan.
draaien en keren tijdens het slapen
Hij lag heel de nacht te wroeten. ’s Morgens lag hij ondersteboven in zijn bed.
Met ne wroeter of ne snurker samen slapen is niet gemakkelijk.
uitgieten
Na het kuisen kapt ge uwen emmer met water maar in het putteke uit.
omkieperen, omgooien
Pas op waar ge loopt, seffens kapt ge dien emmer om.
De kleine heeft zijn drinken omgekapt. Ik zal het met de schotelvod opkuisen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.