Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
op de wijze
Fr: à la façon
De laatste tijd vindt ge in de winkelrekken veel klaargemaakte soepen a-la-façon van grootmoeder.
Gisteren heb ik een pezzetaart gemaakt a-la-façon van Fansy.
ouders
vgl. Hageland: aavers
Antw.: awers
Bij m’n aaërs thaus, èn ’t aaërshaus.
uw (van u)
deze vorm komt van uw, dat gediftongeerd werd tot ouw (de Brabantse vorm) wat in Antwerpen weer monoftongeerd is tot een aa-klank
Dat zijn a woorden. Dat hebt gij gezegd.
Naar beneden glijden, rijden, denderen.
Es kènjer dege veer der ganse daag de brök aafroetsje.
Als kinderen gleden we de hele dag van de brug af.
uitroep van bevestiging met enige verbazing: ha!, ooo!
Uitgesproken zoals een langgerekte Franse, bijna nausale, ‘en’(zonder de n)
Een uitgesproken voorbeeld is de (door de applausmeester Jo Met De Banjo georchestreerde) ‘aah’ bij het TV-programma Blokken wanneer de jury Ben Crabbe weer eens terechtwijst.
Aaah, dat wist ik niet zenne!
Aah, zit dat zo?
Aah, had ik dat geweten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.