Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
het gefoefel (foefelen): geknoei, heimelijk gedoe, gepruts, …
vgl. foefelare
Die foefelarij met de peer van Pollentier is niets vergeleken met de fraude in de witteboordcriminaliteit.
Ik ben de foefelarijen van de politiekers zo beu als kou pap.
knoeien, prutsen, frauderen
VD2013 oline: Belgisch-Nederlands spreektaal
Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.
We hebben wat gefoefeld met de belastingen.
gefoefel (zie foefelen), uit de trukendoos
uitspraak: foefelaaree
Misschien door Urbanus in 1979 geintroduceerd in zijn goochelsketch ‘no foefelare’ (google maar eens naar YouTubes)
vgl. foefelarij
Ge snapt dat soms niet: zo’n begroting opstellen dat is toch niks anders dan boekhoudkundige foefelare.
Niks foefelare, alles open en bloot zoals het is.
het gefoefel (foefelen): geknoei, heimelijk gedoe, gepruts, …
vgl. foefelare
Die foefelarij met de peer van Pollentier is niets vergeleken met de fraude in de witteboordcriminaliteit.
Ik ben de foefelarij van de politiekers zo beu als kou pap.
iets verbergen, ergens instoppen (soms heimelijk, soms onhandig, …)
VD2013 oline: Belgisch-Nederlands spreektaal
Foefelt dat deken er maar goed tussen anders lig ik vannacht bloot.
Foefelt dat briefke maar in uw spaarpot.
En ondertussen had hij die gestolen juwelen al ergens weggefoefeld natuurlijk.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.