Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    poep
    (de ~ (v.), ~en)

    kont, achterwerk, zitvlak

    DS2015 geen standaardtaal

    De gebruikelijke Nederlandse betekenis van uitwerpselen of stront wordt in Vlaanderen niet gebruikt. Uitzondering hierop is hondenpoep, hoewel de Vlaming eerder hondenstront zal verkiezen.

    < Frans poupe, achtersteven van een schip, Latijn puppis

    CSD 2006 Cologne hotpants cropped

    zie ook voorpoep; poepzitten; klets op de poep

    Zet u neer op uw poep.

    Als ge niet braaf zijt, krijgt ge een klets op uw poep.

    Dat student Lloyd aarzelend op haar poep had gemikt om de omvang van de blauwe plek te beperken, kon Joke geen barst schelen. (standaard.be)

    Houd uw poep lekker warm met ‘swants’ – De Standaard

    Op het eind ging De Bruyne, na een zoveelste ren, op de poep zitten. Krampen. Zich helemaal te pletter gelopen. (demorgen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 21 Dec 2019 23:50
    8 reactie(s)

    stationeren
    (ww. stationeerde, gestationeerd)

    (verouderd) stil­staan om pas­sa­giers te la­ten in- of uit­stap­pen of om goe­de­ren te la­den of te los­sen
    soms wederkerig gebruikt met de betekenis “parkeren”

    taaladvies.net: Belg., geen standaardtaal
    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
    AN bet. “een bep. vas­te stand­plaats ge­ven”
    DS2015 geen standaardtaal (ondanks voorbeelden onder)

    < Frans stationner (ergens een bepaalde tijd blijven staan)

    Als je verhuist of werken laat uitvoeren aan je woning, kan je borden ‘verboden te stationeren’ plaatsen. (standaard.be)

    De borden omvatten drie opschriften: links het verbodsteken « verboden te stationeren », in het midden de vermelding « voorbehouden », rechts een zelfklever met het logo van de federale politie en met het opschrift « police ». (senate.be)

    Ik heb mijne velo daar maar tegen den boom gestationeerd. Ik hoop dat ze hem niet pikken.

    Ik zal mijn eigen hier tussen die twee camions in stationeren se, daar is nog juist plaats voor mijn deux chevauke.

    “Stationeren waar het niet mag, kan veel geld kosten. (in België, geen standaardtaal)” Taaladvies.net

    Een dertiger uit de Ronsese Aatstraat had in de bocht van Dergneau de controle over het stuur verloren en was in volle vaart te pletter gereden tegen een gestationeerd voertuig, dat vervolgens tegen een huisgevel werd gekatapulteerd. (standaard.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 21 Dec 2019 23:26
    5 reactie(s)

    site
    (de ~ (m./v.), ~s)

    Fr. le site < Lat. situs

    opgraving en meer alg. terrein, plaats

    DS2015 plaats, terrein: standaardtaal

    ook: bedrijfssite, museumsite, mijnsite enz. zijn standaardtaal in België

    Op de site hebben ze voorwerpen gevonden van een Romeins dorp.

    In Mexico heb je veel goed bewaarde archeologische sites. (Taaladvies.net)

    Op de site van de vroegere Renault in Vilvoorde plannen ze nu het megawinkelcomplex Uplace. Maar ’t zal nog niet voor morgen zijn, want er is veel protest tegen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 21 Dec 2019 23:22
    5 reactie(s)

    Vlaamse uitspraak
    (uitspraakvarianten)

    Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.

    Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.

    Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.

    Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.

    zie ook Breda, Spa: vokaalreductie

    alfabetische lijst:

    ‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
    Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
    Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
    Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
    archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
    asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
    azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
    Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
    Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
    bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
    bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
    braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
    braderij: VL: bra·de·rij; braa·de·rij
    burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
    cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
    carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
    casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
    catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
    cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
    clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
    compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
    conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
    coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
    dement: VL: dee·ment; NL: de ment
    dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
    detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
    Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
    doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
    dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
    elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
    encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
    energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
    essay: VL: es· (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
    Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
    festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
    flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
    foto: VL: fo·too; NL: foo·too
    fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
    garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
    gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
    Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
    gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
    Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
    hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
    hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
    hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
    ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
    intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
    Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
    item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
    jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
    jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
    Jos: VL: zjos; NL: jos
    kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
    kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
    Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
    landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
    lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
    Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
    mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
    meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
    Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
    monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
    namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
    nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
    Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
    Nobelprijs: VL: No·bel.prijs; NL: No.bèl·prijs
    nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
    nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
    omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
    onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
    parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
    parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
    passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
    pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
    per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
    percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
    per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
    pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
    pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
    pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
    platform: VL: plat·form; NL: plat·form
    pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
    pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
    record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
    recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
    reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
    Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
    robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
    rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
    Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
    salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
    sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
    service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
    site: VL: sitte; NL: saajt
    Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
    stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
    steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
    super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
    tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
    tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
    Tenerife: VL: ·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
    tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
    terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
    ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
    trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
    urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
    vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
    verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
    voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
    vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
    werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
    werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
    werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
    wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
    yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
    YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
    zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
    zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang

    woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
    woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
    woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
    woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
    woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 21 Dec 2019 23:20
    116 reactie(s)

    sloef
    (de ~ (m.), ~en)

    pantoffel

    DS2015 standaardtaal

    opm: zowel sloef als pantoffel kunnen ook voor sportschoeisel gebruit worden: turnsloef; turnpantoffel

    zie ook sloefkes; sloef, op zijn ~en afkomen

    Mijn nieuwe sloefen hebben een schoon geruit motiefke.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 21 Dec 2019 23:18
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.