Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    hondenkot
    (zn. o.; ~en of ~ten)

    hondenhok

    Het betreft een deur waarvan dus de opening reeds is gemaakt en die uitgeeft enerzijds op onze tuin en anderzijds in het hondenkot. (casius.be)

    Mijn kleinkinderen hebben een hondje gekocht voor mijn verjaardag en nu moet ik nog rap een hondenkot ineenslagen. (vlaamswoordenboek.be – in­een­slagen)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Jan 2020 21:27
    0 reactie(s)

    kot
    (het ~, ~en)

    hok, kleine ruimte voor opslag, schuurtje, keet
    zie platen kot

    Van Dale 2015: kot: Belgisch-Nederlands, spreektaal berghok, schuurtje

    Klik op de afbeelding
    Schuurtje (Luchtenveld, Drachtstercompagnie)

    zie ook koffiekot, rokerskot, ballenkot, fietskot, hondenkot

    Mijn tuingerief staat in het kot.

    > andere betekenissen van kot

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Jan 2020 21:23
    0 reactie(s)

    kot
    (zn. o. -en)

    1. hokje, cel (autobuskotje: bushok; telefoonkot: telefooncel)
    2. gewoon huis
    3. achtergebouw

    Bushokje

    1. We kunnen schuilen bij regen in het autobuskotje.

    2. Ik baal ervan als ik hoor dat het tijd is huiswaarts te keren, men spreekt van: we gaan naar ons kot!

    3. De buren beginnen met de afbraak van hun koterijen (achtergebouwtjes).

    > andere betekenissen van kot

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Jan 2020 21:22
    1 reactie(s)

    fietsenkot

    zie fietskot

    -

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Jan 2020 21:21
    0 reactie(s)

    fietskot
    (zn. o.; ~ten of ~en)

    kot om fietsen te stallen

    variant: fietsenkot

    Er komen er bij ons heel veel met de fiets, nu zoveel dat ze zelfs het fietskot moeten gaan uitbreiden. (9lives.be)

    In het fietskot op de binnenspeelplaats sleutelt Lucas aan fietsen van leerlingen én leraren. (g-o.be)

    De wielerclub ontstond in 1967 in het ‘fietskot’ van Frans Herygers, de oom van Paul Herygers, als supportersclub voor Gustaaf Herygers (gva.be)

    Sinds kort kunnen onze bewoners dit nieuwe, en al lang broodnodige, fietsenkot gebruiken. (okelaar.be)

    Ik heb vorig jaar mijn dakkapel zelf getimmerd en al wel wat fietskoten en dergelijke gezet maar een garage met schuindak nog niet. (ecobouwers.be)

    Idem voor schuurtjes, fietskotten en wat dies meer zij. (forum)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Jan 2020 21:21
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.