Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    ambrasmaker
    (de ~, ~s man. zelfstandig naamw.)

    ruziemaker, laweitmaker

    Ambrasmaker, ambrasverkooper, druktemaker. Ook als spotnaam voor de bewoners van Wijnegem” (WNT)

    vnw:
    •druktemaker, praatjesmaker, ruziemaker
    •branieschopper, opschepper

    vgl. ambraszoeker

    ‘Ze zijn met de baas gaan praten, maar die zei dat ik gevochten had! Nu staat er in mijn dossier dat ik een “ambrasmaker” ben.’ (interimactie 03/10/12)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 25 Jul 2021 09:18
    1 reactie(s)

    ambras
    (de ~ (m.), geen mv.)

    ruzie, boel, last

    < Frans: embarras: hinder

    - ambras maken: herrie schoppen, ruzie maken,
    - ambras krijgen: ruzie krijgen of last krijgen met iemand
    - ambras zoeken : aansturen op een conflict
    - ambras hebben: ruzie hebben, in onenigheid leven

    vgl. ambrasmaker

    Er is ambras tussen die twee.

    Hooligans gaan alleen maar naar de voetbal om ambras te maken.

    Ze gingen samen op reis en na een week kregen ze al ambras over het geld.

    Als ge nog veel te laat gaat komen gaat ge ambras krijgen met den baas.

    Die gasten gaan alleen maar op café om ambras te zoeken en zich af te reageren.

    Oh, die klappen niet, die hebben al jaren ambras.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 25 Jul 2021 09:16
    3 reactie(s)

    ambeteren
    (ww. ambeteerde, geambeteerd)

    lastigvallen, ergeren, irriteren, vervelen, plagen

    vnw: vervelen, hinderen, lastigvallen

    < Frans embêter

    zie ook ambetant

    Sorry dat ik u hier kom ambeteren, maar het is echt dringend.

    Wij zijn de mannen die de gas doen brannen,
    De klinken repareren en de maskes ambeteren!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 25 Jul 2021 09:12
    2 reactie(s)

    ambetanterik
    (de ~ (m.), ~en; uitspraak: klik <a href="https://nl.forvo.com/search/ambetanterik/">op het pijltje</a>)

    iemand die ambetant is;
    een vervelende, irritante man, een poetzak

    Algemeen Nederlands Woordenboek: (vooral) in België

    vr.: ambetante

    zie ook embetanterik

    vgl. ambeteren

    Dien ambetanterik moet eens stoppen met op zijn fluitje te blazen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 25 Jul 2021 09:11
    0 reactie(s)

    ambetant
    (bn.)

    vervelend, hinderend, irritant
    ook: geïrriteerd

    Van Dale 2018: am­be­tant
    bij­voeg­lijk naam­woord • am­be­tan­ter, am­be­tantst
    na 1950 < Frans em­bê­tant
    BE; spreek­taal
    1. ver­ve­lend, naar
    2. wre­ve­lig, prik­kel­baar

    vgl. ambetanterik

    vnw:
    -vervelend, naar, lastig, hinderlijk
    -ontstemd, verstoord, kregel

    Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.

    Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 25 Jul 2021 09:11
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.