Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Mijnheer van Dale(n) wacht op antwoord was vroeger op school een ezelsbruggetje om de volgorde van de bewerkingen in het rekenen te onthouden. Zowel in Nl als in Vl.
Volgens mijn VD (1995) is mijnheer zowel aanspreking als titel voor een volwassen manspersoon waarmee men niet gemeenzaam omgaat.
Ook Mijnheer (meester) Prikkebeen is Nederlands.
Welterusten mijnheer de president… zong/zingt Boudewijn de Groot.
En leerlingen in Nederland verwijzen nog meer dan in Vlaanderen (google) naar mijnheer Grol als hun leerkracht geschiedenis.
Ik ben niet overtuigd van het Vlaamse karakter.
Voor de fiets is er toch een verschil tussen een staander en een pikkel: een pikkel is inderdaad een uitklapbaar pootje bezijden de fiets. Het nadeel is dat een geladen fiets al wel ens kan omvallen. Daarom hadden/hebben de zwaardere fietsen (stadsfietsen) een staander achteraan die vanonder de portbagage tot onder het wiel uitgeklapt wordt en zo een stabiele steun geeft.
Gij, se. Natuurlijk wist dieje dat.
Maar in de lijst zie ik nu wel dat bobon, bon, bonneke nog niet als lemma ingevoerd is. Grytolle, ik vind dat gij dat als straf voor uw geplaag moet doen :p
Welkom Geert. Zenne stond al in het woordenboek. Het is niet nodig spellingvarianten zoals zunne als nieuw lemma in te voeren. Je kan ze beter als opmerking toevoegen aan het bestaande lemma.
zeggen ze in ’t stad niet de Detiege of de Leona? En het is toch de Bon? :D In ieder geval in de rand tot ver in de kempen is het erg gebruikelijk.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.