Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
- knutselen, ineensteken, maken
- ook pejoratief: morsen
Van Dale 2014 online: gewestelijk
zie ook kleuteren
vgl bricoleur
Wat zijt ge aan ’t bricoleren? Hebt gij dat gebricoleerd? Farm gedaan, eindelijk staat die kast ineen.
Hij bricoleert geduldig zijn modelbouwvliegtuigje ineen.
Wie heeft dat gebricoleerd? Dat is gatlelijk, dat trekt nu eens totaal op niets.
prutsen, proberen te repareren
uitspraak [m??s?(n)]
vnw:
•morsen
•verkwisten
zie ook paggellen Westvlaams /pagèl.en/ of /pag.el.en/ ?
Vlak over ons huis woonde ‘ne melkboer, die met ’nen triporteur motorisé den toer deed. Recta iedere zondag zat dien aan zijne moteur te mosen na een week rijden, tot die weer pico bello kon starten van den eerste keer. Wekelijks onderhoud was die z’n hobby.
morsen
zie brielen
vnw:
•morsen
•verkwisten
west-vlaams mooschen
Vele oudjes moosen met hun eten.
(wanneer oudere mensen eten, morsen ze nogal veel)
morsen (vnl. met een vloeistof), vlekken maken
vnw: morsen, kliederen
zie ook smossen, mozen, zwanselen, kwanselen, sturten, smodder, aansmodderen
ook in de Antwerpse Kempen
Kijk toch eens hoe ge smoddert! Ik denk dat uwen tob rint.
Als kinderen maar kunnen smodderen, dan leven ze!
morsen, er een smeerboel van maken
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Westvlaams brielen, (met water) morsen, ploeteren
zie ook: brielpot = knoeipot
De kleine gasten waren meer aan het brielen met hun verfpotjes dan dat ze schilderden.
prutsen, morsen
uitspraak in Antw.: moeëse
Van Dale 2005: mosen
(1926-1950) van moos (modder)
1.(gewestelijk) prutsen, broddelen
vb. dat is geen werken, maar mosen
Hij is aan mijn fiets aan ’t moosen geweest. De versnellingen zijn ontregeld, de ketting is te hard opgespannen en knarst nu over het uitgesleten kamwiel. Hij zou daar beter met zijn fikken afblijven.
- morsen
- frauderen, sjoemelen
vwn: bedriegen, sjoemelen
Typisch Vlaams: morsen, sjoemelen (informeel): Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 4
Woordenboek der Nederlandsche Taal: foefelen
1. Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.
“Ik kan niet begrijpen hoedat hij altijd wint, hij moet er onder fo?felen. In kiezingen wordt er dikwijls gefo?feld”, Cornelissen-Vervliet (1899)
2. Slecht of morsig werk leveren, morsen.
“Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven, De Bo (1873).
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands spreektaal
DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)
zie ook uitfoefelen, foefelaar, gefoefel, foefelare, ineenfoefelen
> andere betekenis van foefelen
Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.
We hebben wat gefoefeld met de belastingen.
Ambtenaren konden jarenlang foefelen bij Regie der Gebouwen (standaard.be)
De uitzonderlijke vervolging komt er nadat het drietal foefelde met handtekeningen. (standaard.be)
Wie foefelt, gaat eruit – De Standaard
- morsen
- frauderen, sjoemelen
vwn: bedriegen, sjoemelen
Typisch Vlaams: morsen, sjoemelen (informeel): Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 4
Woordenboek der Nederlandsche Taal: foefelen
1. Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.
“Ik kan niet begrijpen hoedat hij altijd wint, hij moet er onder fo?felen. In kiezingen wordt er dikwijls gefo?feld”, Cornelissen-Vervliet (1899)
2. Slecht of morsig werk leveren, knoeien, morsen.
“Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven, De Bo (1873).
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands spreektaal
DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)
zie ook uitfoefelen, foefelaar, gefoefel, foefelare, ineenfoefelen
> andere betekenis van foefelen
Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.
We hebben wat gefoefeld met de belastingen.
Ambtenaren konden jarenlang foefelen bij Regie der Gebouwen (standaard.be)
De uitzonderlijke vervolging komt er nadat het drietal foefelde met handtekeningen. (standaard.be)
Wie foefelt, gaat eruit – De Standaard
morsen
vnw: kliederen, morsen
DS2015 geen standaardtaal (ondanks voorbeelden onder)
< zie smodderen, mozen, zwanselen, kwanselen, sturten, dashteren, desteren
Stop met smossen en eet uw bord leeg.
Ik heb mayonaise op mijn broek gesmost.
Wat moet je anders denken als Karen en James met een groep blinden spaghetti eten, en dat geblinddoekt doen om ook te kunnen smossen? (standaard.be)
Christophe smost niet met eten. Zijn doosjes bevatten net genoeg voor iedereen. (standaard.be)
< andere definitie van smossen
prutsen, morsen
uitspraak in Antw.: moeëse
Van Dale 2005: mosen
(1926-1950) van moos (modder)
1.(gewestelijk) knoeien, prutsen, broddelen
vb. dat is geen werken, maar mosen
Hij is aan mijn fiets aan ’t moosen geweest. De versnellingen zijn ontregeld, de ketting is te hard opgespannen en knarst nu over het uitgesleten kamwiel. Hij zou daar beter met zijn fikken afblijven.
morsen, er een smeerboel van maken
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Westvlaams brielen, (met water) morsen, ploeteren, knoeien
zie ook: brielpot = knoeipot
De kleine gasten waren meer aan het brielen met hun verfpotjes dan dat ze schilderden.
Etymologie: frequentatief van wroeten
zie ook: wroetelaar
foefelen, morsen, prutsen, aanmodderen
Uitspraak: dasjteureun (1ste eu lang, 2de eu kort)
< dasteren, desteren, desteren
< zie ook andere definitie van dashteren
De loodgieter heeft weer liggen dasjteren: de WC is verkeerd aangesloten!
Vanavond een goed pakske dashteren in Zot van Koken op VTM.
morsen (vnl. met een vloeistof), vlekken maken
vnw: morsen, kliederen, knoeien
zie ook smossen, mozen, zwanselen, kwanselen, sturten, smodder, aansmodderen
ook in de Antwerpse Kempen
Kijk toch eens hoe ge smoddert! Ik denk dat uwen tob rint.
Als kinderen maar kunnen smodderen, dan leven ze!
morsen
(ook in Oostends Woordenboek (aanhangsel) van Desnerck)
Wat zit jij daar te keuneklootn?
-morsen
-voedsel platduwen
Met dat gereedschap kan ik niet aan de slag, hiermee kan ik alleen maar defelen.
Ge zoudt beter beginnen eten in plaats van te zitten defelen.
- morsen
- frauderen, sjoemelen
vwn: bedriegen, sjoemelen
Typisch Vlaams: knoeien, sjoemelen (informeel): Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 4
Woordenboek der Nederlandsche Taal: foefelen
1. Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.
“Ik kan niet begrijpen hoedat hij altijd wint, hij moet er onder fo?felen. In kiezingen wordt er dikwijls gefo?feld”, Cornelissen-Vervliet (1899)
2. Slecht of morsig werk leveren, knoeien, morsen.
“Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven, De Bo (1873).
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands spreektaal
DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)
zie ook uitfoefelen, foefelaar, gefoefel, foefelare, ineenfoefelen
> andere betekenis van foefelen
Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.
We hebben wat gefoefeld met de belastingen.
Ambtenaren konden jarenlang foefelen bij Regie der Gebouwen (standaard.be)
De uitzonderlijke vervolging komt er nadat het drietal foefelde met handtekeningen. (standaard.be)
Wie foefelt, gaat eruit – De Standaard
morsen
afleidingen: figgelaar, figgeling
ook in West-Vlaanderen, vgl. viggelen en uitfiggelen
afleidingen: figgelaar, figgeling
Figgelen, dat kon mijne vroegere gebuur, die kon niets gemaakt krijgen.
een onderhemd
< Frans: le marcel.
De naam is ontstaan in de 19de eeuw wanneer de “Etablissements Marcel” het kledingstuk in serie fabriceerden.
Bron: Wikipedia Frans: débardeur
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal.
Nederland: singlet
zie synoniemen bij onderlijfke
zie ook verzamellemma kledij
Onder mijne pull heb ik altijd een marcelleke aan.
‘Wie loopt bij deze hitte dan niet in een marcelleke’ (demorgen.be – H.Camps)
In “marcelleke” of bikini op zeedijk Knokke-Heist? U riskeert een boete van 250 euro (vrt.be)
opzettelijk, expres, moedwillig
Je hebt het goetsemoets kapot gemaakt!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
