Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
krabben
Verwant met het Duitse “Krätze” wat schurft betekent.
Hou op met kretse, strak heb ge litteekes!
Ik hoorde een ‘gekrets’ in ’t dooske stekskes.
verkeersagent, hulpflik
WNT: in de Brusselsche volkstaal: verkeersagent (Ned. Taalgids 431).
Dendermonde; gemeentelijke politie: Stokagent werd destijds genoemd de hulpagent die als enige herkenning en uitrusting had: een kepie, een armband en een outen wapenstok. Hun bevoegdheid was deze van een aan de overheid hulpverlenend burger. (seniorennet.be)
pedaal
Toen ik mijn eerste grote fiets kreeg was ik nog zo klein dat onze vava houten blokskes op de pedals moest zetten.
Een overdreven hoge prijs aanrekenen. Zie verket en al zijn varianten.
In die winkel kom ik niet meer binnen, want daar schrijven ze met een verket.
spuitbus met een insektendodend middel
We zouden eigenlijk vliegenramen moeten laten maken, want ik heb geen goesting om elke dag een vliegenbom leeg te spuiten.
onbenullig, goedkoop
Kunt gij nu echt niets anders dan van die onnozel boekskes met roddels lezen?
Een klein, licht autootje. Zie koekendoos.
Veel geld zal hij wel niet hebben, want dan reed hij niet rond met zo’n onnozel knolselderke.
Blik waarin koekjes verkocht en bewaard worden.
Ook: koekskesdoos
Bij uitbreiding: een klein, licht autootje. Zie koekendoos.
Maak is koffie en zet de koekedoos maar op tafel.
Figuurtje uit holle chocolade, wordt met Sinterklaas en Pasen gegeven. Soms stellen chocoladeventjes personages voor die met deze feesten in verband gebracht worden – Sinterklaas, Zwarte Piet de paashaas enzovoorts -. Ook kabouters zijn erg in trek.
Zie ook postuurke.
In de Antwerpse Kempen spreekt men dit woord uit als /sjukkelatteveentje/. Waarschijnlijk wordt het over heel Vlaanderen gebruikt met verschillende uitspraken.
Ik mag het liefst chocoladeventjes van melkchocolade.
Figuurtje uit holle chocolade, wordt met Sinterklaas en Pasen gegeven. Soms stellen chocoladeventjes personages voor die met deze feesten in verband gebracht worden – Sinterklaas, Zwarte Piet de paashaas enzovoorts -. Ook kabouters zijn erg in trek.
Zie ook postuurke.
In de Antwerpse Kempen spreekt men dit woord uit als /sjukkelatteveentje/. Waarschijnlijk wordt het over heel Vlaanderen gebruikt met verschillende uitspraken.
Ik mag het liefst chocoladeventjes uit melkchocolade.
Figuurtje uit holle chocolade, wordt met Sinterklaas en Pasen gegeven. Soms stellen chocoladeventjes personages voor die met deze feesten in verband gebracht worden – Sinterklaas, Zwarte Piet de paashaas enzovoorts -. Ook kabouters zijn erg in trek.
Zie ook postuurke.
In de Antwerpse Kempen spreekt men dit woord uit als /sjukkelatteveentje/. Waarschijnlijk wordt het over heel Vlaanderen gebruikt met verschillende uitspraken.
Ik mag het liefst chocoladeventjes uit melkchocolade.
pedaal
Toen ik mijn eerste grote fiets kreeg was ik nog zo klein dat onze vava houten blokskes op de pedals moest zetten.
1. niet meer weten welke richting men uitgaat
2. niet meer weten met welke middelen men zijn doel moet bereiken
3. het niet meer zien zitten, geen vat hebben op de situatie
ook ‘de pedals kwijt zijn’ of ‘de trappers kwijt zijn’(alleszins in Antw)
Zijn onze politici de pedalen kwijt?
Ons Kristel is de pedalen kwijt. Ze zit in een vechtscheiding en nu verliest ze nog haar werk!
mof, warmhouder voor de handen in bont
zie ook moef
VD2014: gewestelijk
Oma had voor de drie meisjes een moffel in konijnenbont gemaakt, ze hadden heel de winter warme handjes
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
WNT: zuidnederl. moef
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: verg. bij de bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij corn.-vervl. ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
een mof of moffel
Het is een soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets
Antwerpen: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
> Fr. moufle
MNW:
Want, grove handschoen, in welken zin ook moffel voorkomt. Hoogstwaarschijnlijk is het woord in dezen zin op te vatten MLoep II, 669: “Smede die dat yser bluffen (slaan), spitter, delver mit horen muffen” . Doch men zou eig. eerder den naam van een werktuig verwachten.
WNT: zuidnederl. moef
- Eene soort van ruige losse mouw; in dien zin thans verouderd: wel nog gebruikt voor eene bekleeding van den arm bij meisjes, en dan eene soort van losse wollen mouw; ook wel, in de samenst. polsmofje, voor een bekleeding van den pols.
- Eene soort van gewatteerden koker, van buiten meestal met bont bekleed, aan de twee einden open, en waarin men de beide handen steekt; als middel tegen de koude; bijna uitsluitend in gebruik bij dames. Verg. fr. manchon, afgeleid van manche, naast fr. moufle, dat men van een Germ. woord, verwant met mouw, wil afleiden.
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
een mof of moffel
Het is een soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets
Antwerpen: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
> Fr. moufle
MNW:
Want, grove handschoen, in welken zin ook moffel voorkomt. Hoogstwaarschijnlijk is het woord in dezen zin op te vatten MLoep II, 669: “Smede die dat yser bluffen (slaan), spitter, delver mit horen muffen” . Doch men zou eig. eerder den naam van een werktuig verwachten.
WNT:
- Eene soort van ruige losse mouw; in dien zin thans verouderd: wel nog gebruikt voor eene bekleeding van den arm bij meisjes, en dan eene soort van losse wollen mouw; ook wel, in de samenst. polsmofje, voor een bekleeding van den pols.
- Eene soort van gewatteerden koker, van buiten meestal met bont bekleed, aan de twee einden open, en waarin men de beide handen steekt; als middel tegen de koude; bijna uitsluitend in gebruik bij dames. Verg. fr. manchon, afgeleid van manche, naast fr. moufle, dat men van een Germ. woord, verwant met mouw, wil afleiden.
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
scheldwoord voor Duitser
Wikipedia: Mof is het scheldwoord voor een Duitser, dat vooral in het westen van Nederland en Vlaanderen gebruikt wordt.
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is. Waarschijnlijk niet vroeger in gebruik gekomen dan de 16de E. (WNT)
Het reeds in de middeleeuwen bekende scheldwoord, waarmede men te Aken een Keulenaar (Kölsche muff, De Jager, Freq. 1, 401) en in Nederland een Duitscher pleegt aan te duiden. (MNW)
De moffen verloren den oorlog.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
WNT:
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: verg. bij de bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij corn.-vervl. ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
scheldwoord voor Duitser
Wikipedia: Mof is het scheldwoord voor een Duitser, dat vooral in het westen van Nederland en Vlaanderen gebruikt wordt.
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is (WNT)
De moffen verloren den oorlog.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.