Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
1) aflikken
2) afkussen
1) Dat eten was zo lekker, dat ge uw vingers zou aflekken.
2) Dat jong verliefd koppeltje staat, achter de hoek, in een lieve knuffel mekander af te lekken.
wijsvinger
Als ge gene spatel hebt om de rand van uwe pot of kom of schotel proper te maken, dan pakt ge uwe pottenveger maar.
Dat is handig want een pottenveger hebt ge altijd bij.
De deeg met uwe pottenveger uit de kom vegen en hem dan aflekken. Dat is het beste wat ge kunt doen.
omruilen, verwisselen
zie ook.: vermangelen, mangelen, hem ~
ook in Hageland
VD: gewestelijk
MNW:
oorsprong oud Germaans dialect: mang: vermengd
Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).
WNT:
Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro(1686)
Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ Corn.-Vervliet
Wilt ge niet mangelen?
omruilen, verwisselen
zie ook.: vermangelen, mangelen, hem ~
ook in Hageland
VD: gewestelijk
MNW:
Mnd. mangeln, mangelen; mhd. mangelen; ndl. mangelen. Daarnaast een in vroegere germ. dialecten bestaand osa. mangôn; ags. mangian; hd. mangen. Van ogerm. mang, d. i. vermengd of vereenigd met.
Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).
WNT:
Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro(1686)
Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ Corn.-Vervliet
Wilt ge niet mangelen?
hem, haar, het mangelen
tekort hebben, mankeren, missen in de betekenis van ‘het niet hebben van’
VD2014 online: Belgisch-Nederlands, weinig gebruikt afwezig zijn bij, ontbreken
MNW: hem mangelen:
Zich vereenigen, zich vleeschelijk vermengen, vleeschelijke gemeenschap oefenen.
Hij heeft alles, het enige dat hem mangelt is een goei lief. Daar moet hij geld voor hebben om ze te kunnen onderhouden en dat mangelt hem ook.
hem, haar, het mangelen
tekort hebben, mankeren, missen in de betekenis van ‘het niet hebben van’
VD2014 online: Belgisch-Nederlands, weinig gebruikt afwezig zijn bij, ontbreken
MNW: hem mangelen:
Zich vereenigen, zich vleeschelijk vermengen, vleeschelijke gemeenschap oefenen.
Hij heeft alles, het enige dat hem mangelt is een goei lief. Daar moet hij geld voor hebben om ze te kunnen onderhouden en dat mangelt hem ook.
Het mooie zomerweer rond het feest van Sint Michiel op 29 september
We hebben toch wel chance van de jare: zulk een mooi Sint-Michielszomerke.
Mooi nazomerweer in oktober, rond de 11de, de sterfdag van Sint Gummarus.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Gummarus_van_Lier
Rond 11 oktober was er geen Sint Gummaruszomer te zien. Wel op 22 oktober, met temperaturen tot voorbij de 23 graden.
hem, haar, het mangelen
tekort hebben, mankeren, missen in de betekenis van ‘het niet hebben van’
VD2014 online: Belgisch-Nederlands, weinig gebruikt afwezig zijn bij, ontbreken
MNW: hem mangelen:
Zich vereenigen, zich vleeschelijk vermengen, vleeschelijke gemeenschap oefenen.
Hij heeft alles, het enige dat hem mangelt is een goei lief. Daar moet hij geld voor hebben om ze te kunnen onderhouden en dat mangelt hem ook.
hem, haar, het mangelen
tekort hebben, mankeren, missen in de betekenis van ‘het niet hebben van’
VD2014 online: Belgisch-Nederlands, weinig gebruikt afwezig zijn bij, ontbreken
MNW: hem mangelen:
Zich vereenigen, zich vleeschelijk vermengen, vleeschelijke gemeenschap oefenen.
Hij heeft alles, het enige dat hem mangelt is een goei lief.
na zonsondergang
zie ook lichte, met de ~, donkere(n), den ~
Ik vind het zomaar niks om met den donkere door die kwacht te lopen.
het donker, de duisternis
prov. Antw: den donkere
zie ook donkere, met den ~
Ziet da ge voor den donkeren thuis zijt he!
ie durfde snavens alleen niet buiten gaan, hij was schuw van den donkeren. (De Bouck, 16 nov 2011)
‘Voor den donkeren thuis zijn’ heb ik ons moeder heel dikwijls horen zeggen als we gingen spelen.
het donker, de duisternis
prov. Antw: den donkere
zie ook donkere, met den ~
Ziet da ge voor den donkeren thuis zijt he!
ie durfde snavens alleen niet buiten gaan, hij was schuw van den donkeren. (De Bouck, 16 nov 2011)
‘Voor den donkeren thuis zijn’ heb ik ons moeder heel dikwijls horen zeggen als we gingen spelen.
het donker, de duisternis
zie ook donkere, met den ~
Ziet da ge voor den donkeren thuis zijt he!
ie durfde snavens alleen niet buiten gaan, hij was schuw van den donkeren. (De Bouck, 16 nov 2011)
‘Voor den donkeren thuis zijn’ heb ik ons moeder heel dikwijls horen zeggen als we gingen spelen.
na zonsondergang
zie ook lichte, met de ~, donkeren, den ~
Ik vind het zomaar niks om met den donkere door die kwacht te lopen.
het donker, de duisternis
zie ook donkere, met den ~
Ziet da ge voor den donkeren thuis zijt he!
ie durfde snavens alleen niet buiten gaan , hij was schuw van den donkeren. (De Bouck, 16 nov 2011)
‘Voor den donkeren thuis zijn’ heb ik ons moeder heel dikwijls horen zeggen als we gingen spelen.
omruilen, verwisselen
zie ook.: vermangelen
ook in Hageland
VD: gewestelijk
MNW:
Mnd. mangeln, mangelen; mhd. mangelen; ndl. mangelen. Daarnaast een in vroegere germ. dialecten bestaand osa. mangôn; ags. mangian; hd. mangen. Van ogerm. mang, d. i. vermengd of vereenigd met.
Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).
WNT:
Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro(1686)
Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ Corn.-Vervliet
Wilt ge niet mangelen?
inruilen, ruilen, in-/ver-wisselen
Van Dale: gewestelijk ruilen, verwisselen
WNT:
bedr., soms onz. zw. ww. Van mangelen met ver-. Mnl. vermangelen. Veroud., maar in Zeel. en Vl.-België nog in gebruik.
‘De Indianen dien kaneel vermanghelen met heurlieder landt ghenooten op victaillie, cleederen ende andere dinghen die sy van doen hebben’ DE ZARATE, Hist. v. Peru 44 b (ed. 1598).
Ik koom eens horen of ik dees boorke kan vermangelen? Kunde mij er eentje geven van 6mm ipv. 5?
omruilen, verwisselen
ook in Hageland
vgl.: vermangelen
VD: gewestelijk
WNT:
Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro(1686)
Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ Corn.-Vervliet
Wilt ge niet mangelen?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.