Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
(kindertaal) eendje
Straks gaat de bomma met de kleinkinderen in het park naar de kwakskes zien.
(kindertaal) eendje
Straks gaat de bomma met de kleinkinderen in het park naar de kwakskes zien.
gejaagd, onrustig, zenuwachtig
Amai, je bent zo schiessig, te veel straffe koffie gedronken of zo? Of moet je dringend nog ergens zijn?
(kindertaal) eendje, eendenkuiken
uitspraak in Antwerpen: klik op de luidspreker (of het puzzelstukje) om het woord te beluisteren
Straks gaat de bomma met de kleinkinderen in het park naar de kwakskes zien.
scheermesje
merknaam die veralgemeend is (vgl bic)
zie ook verzamellemma verwaterde merknamen
Het gladste scheert ge u toch met een gilletteke in de plaats van met een scheermachine. Nat scheren zeggen ze tegenwoordig.
De draadjes van die zoom snijdt ge best met een gilletteke door.
komkommer
niet zeker of het maaskants dan wel bsd-vlaams is (Duits: Gurke)
Zal ich die jurk veur dich sjeilen? Zal ik die komkommer voor u schillen?
hoofdkaas
< ontronde variant van zult (gepekeld of ingezouten voedsel)
overzicht bij kop
bij de beenhouwer:
“Geef mij maar een potje zilte of ook ‘hoofdflakke’”
> andere betekenis van zilte
multifunctioneel, universeel
vnw: multifunctioneel: polyvalente zaal
DS2015: standaardtaal
Ook in NL wel in gebruik, maar verhoudingsgewijs veel minder goegels dan in VL
zie ook polyvalente zaal
De jeugddienst biedt een polyvalente ruimte te huur aan voor onder andere vormingen en vergaderingen. (gemeentemol.be)
Verenigingen en derden kunnen bij de opdrachthouder terecht om een zaal in het polyvalente centrum “Ontmoetingscentrum Oostakker” (oc-oostakker.be)
grappenmaker
vnw: grappenmaker, grapjas, guit, olijkerd, pias
wnt:
2. Grappenmaker, lolletjesmaker; spotter. In het Zuiden.
“Maar ongelukkiglijk de Duitsche soldaat kon ook vlaamsch en de spuiter vloog in ’t ”kachot” (cachot).” Vl. Stem v. 26 April 1915.
Dat zal wel een grap zijn van de Paul, dat is ne spuiter.
hooizolder
vnw: hooizolder, strozolder boven een schuur of stal
zie ook schelft
opm: de SN-betekenis van schelf is een mijt, hoop of stapel stro, …
Daar werd afgelopen nacht – er wordt regen verwacht – het hooi van het veld gehaald en automatisch “verpakt” in plastic. Waar is de tijd dat het hooi op de schelf werd geladen… (Foto Marcella Stappers) (internetgazet.be)
Boven op de schelf staat een man om met de vork de schoven op de aanbrengriem te brengen alsook zien we nog een arbeider beneden bij de zakken. (westhoekverbeeldt.be)
Van op de schelf – het restaurant was vroeger een boerderij – heb je een mooi zicht op de mozaïekkunst. (hln.be)
Voor de bediening was maar één man meer nodig, plus de man op de schelf om de schoven met de vork toe te leveren. (seniorennet.be)
dikwijls gebruikte afkorting van tentoonstelling
Wist ge dat ge op tento.be een overzicht vindt van de musea en tento’s in Vlaanderen? Handig voor als ge eens in een andere stad zijt en wat uren vrij hebt!
We hebben zondag twee tento’s na mekaar bezocht: een in het Spiliaert Huis en ook nog die in Muzee over Ensor en Spilliaert. De moeite waard!
chocolademelk, cécémel
Een koekenbakske en ne sjokkelatte koffe met crème fraîche, astemblieft.
chocolademelk, cécémel
Kempen: ne chocolatte kaffe
Een koekenbakske en ne sjokkelatte koffe met crème fraîche, astemblieft.
achterdeel, kont, zitvlak, zitwerk, reet , gat, aars, anus, poeper, poepgat
vnw: •achterste, achterwerk, billen, bips
-iemand op zijn poep geven: iemand een pak voor zijn billen geven
DS2015 geen standaardtaal
De gebruikelijke Nederlandse betekenis van uitwerpselen of stront wordt in Vlaanderen niet gebruikt. Uitzondering hierop is hondenpoep, hoewel de Vlaming eerder hondenstront zal verkiezen.
< Volgens sommige etymologen zou poep komen van het Franse poupe: achtersteven van een schip, Latijn puppis
zie ook voorpoep; poepzitten; klets op de poep
Zet u neer op uw poep.
Als ge niet braaf zijt, krijgt ge een klets op uw poep.
Dat student Lloyd aarzelend op haar poep had gemikt om de omvang van de blauwe plek te beperken, kon Joke geen barst schelen. (standaard.be)
Houd uw poep lekker warm met ‘swants’ – De Standaard
Op het eind ging De Bruyne, na een zoveelste ren, op de poep zitten. Krampen. Zich helemaal te pletter gelopen. (demorgen.be)
“Op reis gaan en je huis gewoon meenemen. De zwerfwagen is voor veel reizigers een bijzondere ervaring. Maar wat komt hier allemaal bij kijken?” (hln.be)
prei
Haal eens ne pak parei en ne selder uit den hof. Ik ga soep maken.
prei
Haal eens ne pak parei en ne selder uit den hof. Ik ga soep maken.
boterham, boke, kant
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
Middelnederlandsch Woordenboek: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
wnt: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
< Waarschijnlijk deels verwant, deels naar den vorm identiek met Stuit; ook hier doelde de naam wellicht oorspronkelijk op den stompen vorm.
Geef me maar een stutte met hespe.
Ik eet geiren stuten mee koas.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
“Eene stuite roggenbrood”, De Bo (1873).
“Dunne stuitjes snijden”, De Bo
(verouderd) boterham
Van Dale 2014 online: gewestelijk
etymologiebank:
Nhd. Kanten ‘homp brood, kapje’ gaat terug op de verouderde mnl. betekenis ‘stuk brood’, via Nederlandse kolonisten in Oost-Duitsland (12e eeuw)
Middelnederlandsch Woordenboek: Cant
Stuk, brok, homp, bete. Kiliaan kant broots, j. hompe, frustum praecidaneum; gall. chanteau; angl. cantell.
Schuermans : kant is een boterham;
ook in samenstellingen: kezekant, koolkant, spijzekant en kantzak, bedelzak, alsmede de uitdrukking ‘om kanten gaan’, bedelen
wnt: Kant
Mnl. Cant, wrs van het oudfrans: cant, can; nieuwfrans: champ
dat van Keltischen oorsprong is (?)
Wao hébs dich èn z’n botrammedaus zitten haajn? Ne sjroêpkant, ne keiskant en nen derm sesies!
(Wat heb jij in je boterhammendoos zitten vandaag? Een boterham met stroop, ene met kaas, en een eindje worst.)
Ich niks as ne botterkant.
(Ik enkel een met boter besmeerde snede broods.)
boterham
Ook in Vlaams-Brabant
zie ook: stutte (stuute, stuutje), kant
Hij heeft drie bokes met choco gegeten.
Ik eet eerst een boke met hesp en dan eentje met kaas.
Een grote bo met goeiboter, kaas, ajuinringen, paprikapoeder erop en een goei pint bier erbij… Dat is pas genieten!
Geen natuuryoghurt deze keer, beginnen met boke kaas. Dat gaat er altijd in, dan boke confituur, mmmm ja dat smaakt ook. En dan nog potje pudding. (gewoonliesbet.wordpress.com)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
