Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
De kosten voor de investeringen in de productie van groene stroom die opgelegd zijn door de Vlaamse overheid. Elke elektriciteitsleverancier is verplicht een zeker gedeelte van zijn elektriciteit uit groene stroom te betrekken.
vgl groenestroomcertificaat, groenestroomquota
De paradox is dus dat u naarmate uw leverancier minder groene stroom aanbiedt in zijn gamma, u een hogere groenestroombijdrage zal moeten betalen. (stroomtarieven.be)
Dat heeft een zeer beperkt effect op de factuur: hooguit 10 euro groenestroombijdrage extra per jaar voor een gezin met een gemiddeld verbruik. (hln.be)
De kosten voor de investeringen in de productie van groene stroom die opgelegd zijn door de Vlaamse overheid. Elke elektriciteitsleverancier is verplicht een zeker gedeelte van zijn elektriciteit uit groene stroom te betrekken.
vgl groenestroomcertificaat, groenestroomquota
De paradox is dus dat u naarmate uw leverancier minder groene stroom aanbiedt in zijn gamma, u een hogere groenestroombijdrage zal moeten betalen. (stroomtarieven.be)
Dat heeft een zeer beperkt effect op de factuur: hooguit 10 euro groenestroombijdrage extra per jaar voor een gezin met een gemiddeld verbruik. (hln.be)
Groenestroomcertificaten zijn certificaten of bewijsdocumenten die aantonen dat een bepaald aantal groene stroom werd geproduceerd. Bij zonnepanelen is dat ‘bepaald aantal’ 1.000 kWh. Groenestroomcertificaten bestaan niet op papier, maar enkel virtueel. Ze worden bijgehouden in een grote databank van de VREG, de Vlaamse Regulator voor Gas en Elektriciteitsmarkt. De VREG is de instantie die de groenestroomcertificaten uitreikt.
NL: Garanties van Oorsprong (GvO)
zie warmtekrachtcertificaat
vgl groenestroombijdrage, groenestroomquota
Hoewel Groen een voorzet gaf, lijkt geen enkele politieke partij er baat bij te hebben het debat te openen over de opstapelende kosten van de groenestroom- en warmtekrachtcertificaten in Vlaanderen, zegt energiespecialist Bart Verest. (Knack 06/03/14)
De quota die de energieleveranciers moeten halen i.v.m. het produceren en leveren van groene stroom.
vgl groenestroomcertificaat, groenestroombijdrage
De groenestroomquota moeten dringend verhoogd worden om te vermijden dat de gezinnen een zoveelste meerkost moeten betalen.
De jongste maanden hebben energieproducenten massaal groenestroomcertificaten opgekocht, doordat de quota voor groene stroom werden aangepast. (hln.be)
“Door de groenestroomquota op te trekken, kunnen we de schuldenberg dekken.” (hln.be)
het druk hebben, niet veel tijd hebben
WNT: VERLAAN: Het verl. deelw. van het Mnl. verladen. De door uitval van de d ontstane vorm verlaan. In W.- en O.-Vl.: druk doende, druk zijnde e.d. Steeds in den vorm verlaan.
- Van personen: het druk hebbende, met bezigheden overladen.
- Van een periode: druk, veel werk meebrengend; waarin veel te doen is.
Je moet het hem nu niet vragen, hij is veel te verlaan.
Ben je zo verlaan dat je niet eens goede dag kan komen zeggen.
het druk hebben, niet veel tijd hebben
Je moet het hem nu niet vragen, hij is veel te verlaan.
Ben je zo verlaan dat je niet eens goede dag kan komen zeggen.
uithangbord
Toen het café gesloopt moest worden nam de uitbater den assing weg, het was een souvenir die hem dierbaar was.
Een kind dat alleen bij de moeder wil blijven en zich achter haar rug verstopt.
Hij kent zijn tante nu al zolang en toch blijft hij eenhandig.
een kind dat alleen bij de moeder wil blijven en zich achter
haar rug verstopt.
Hij kent zijn tante nu al zolang en toch blijft hij eenhandig.
uithangbord
Toen het café gesloopt moest worden nam de uitbater den assing weg-het was een souvenir die hem dierbaar was.
een lijfje voor de vrouw
meestal verkleind gebruikt: leeke(s)
WNT: Lee: het deel van een kleed dat de lenden omsluit: E zijen leêken, corn.-vervl. 1864.
In N.-Nederl. niet in gebruik.
zie synoniemen bij onderlijfke
Het is koud, ik zal maar een katoenen leeke onder mijn trui aantrekken.
Alle satijnen leekes zijn in de was.
hemdje
zie synoniemen bij onderlijfke
Het is warm genoeg in het bed, dus slaapt hij vanaf nu met een onderhemmeke en een short aan.
hemdje
zie synoniemen bij onderlijfke
Maasland: humme.
Zo’n goei weer is het nog niet dat ge al in uw hemmeke kunt lopen of dat ge het moet uitlaten.
mouwloos, aan de hals uitgesneden, aansluitend hemd dat wordt gedragen als onderlijfke of als T-shirt
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal.
Nederland: singlet
< Frans: le marcel.
Volgens de legende zou het marcelleke zijn naam te danken hebben aan de bokser Marcel Cerdan. Meer waarschijnlijk is de naam ontstaan in de 19de eeuw wanneer de “Etablissements Marcel” het kledingstuk in serie fabriceerden.
zie synoniemen bij onderlijfke
Klik op de afbeelding
Klassiek marcelleke
Onder mijne pull heb ik altijd een marcelleke aan.
demorgen.be: ‘Wie loopt bij deze hitte dan niet in een marcelleke’ (H.Camps)
onderhemd(lijf) voor mannen
zie synoniemen bij onderlijfke
Om geen kou te hebben, draag je het best een lijfrok onder je trui.
onderlijfje
uitspraak: lefke
de SN betekenis van lijfje is het bovenste deel van elk kledingstuk: bv. het lijfje van een kleed
zie synoniemen bij onderlijfke
Ik zweet mijn eigen kapot, mijn lijfke is kletsnat.
Een proper lijfke en een proper onderbroek liggen klaar. Ge kunt u gaan douchen.
borstrok, onderhemd
zie synoniemen bij onderlijfke
Mèt de wèntjer moos-te veer weer ongerliefkes aan. Met de winter moesten we weer borstrokjes aan.
het druk hebben- niet veel tijd hebben
Je moet het hem nu niet vragen, hij is veel te verlaan
Ben je zo verlaan dat je niet eens goede dag kan komen zeggen.
onderhemdje
zie ook lijfje, lijfrok, ongerliefke, marcelleke, hemmeke, onderhemmeke, lee
Ik heb een onderlijfke aan onder mijn hemd.
Sommigen dragen een bovenlijfke als onderlijfke.
een lijfje voor de vrouw
meestal verkleind gebruikt: leeke(s)
zie ook lijfrok, ongerliefke, marcelleke, onderlijfke
WNT: Lee: het deel van een kleed dat de lenden omsluit: E zijen leêken, corn.-vervl. 1864.
In N.-Nederl. niet in gebruik.
Het is koud, ik zal maar een katoenen leeke onder mijn trui aantrekken.
Alle satijnen leekes zijn in de was.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.