Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
op iemand vitten, iemand beschimpen, op iemand zijn kap zitten,…
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Op iemand kappen, hakken, hakketeeren, vitten, smalen, schimpen. In Vlaamsch België.
Den baas zit heel den dag op mij te kappen. Als dat nog lang gaat duren vraag ik mijn overplaatsing aan.
‘Het moet gedaan zijn met kappen op De Lijn’ (DS 30/05/17)
op iemand vitten, iemand beschimpen, op iemand zijn kap zitten,…
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Op iemand kappen, hakken, hakketeeren, vitten, smalen, schimpen. In Vlaamsch België.
Den baas zit heel den dag op mij te kappen. Als dat nog lang gaat duren vraag ik mijn overplaatsing aan.
‘Het moet gedaan zijn met kappen op De Lijn’ (DS 300517)
seringen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij pinksterbloem: Als benaming van verschillende planten en bloemen, die meerendeels zoo genoemd zullen zijn omdat ze tegen Pinksteren bloeien. Eenige dezer namen zijn in algemeen gebruik, andere komen slechts in enkele streken voor. Waarschijnlijk zijn sommige dezer planten slechts door verwarring met andere aldus genoemd.
< Sering, Syringa vulgaris L. In Zuid-Limburg (Onze Volkst. Heukels (1907).
zie synoniemen bij: jozemien
Moove of witte pinksebloemen: hun geur vult heel het huis!
mazouttram die rond de jaren 1930 in onze regio reed
hij kreeg de naam naar het geluid van de stoomfluit
bron:historisch archief Buurtspoorwegen
De poephaan hoorden we van ver aankomen!
> zie andere betekenis van poephaan
onvruchtbare haan
Archaïsche term, tegenwoordig zelden gebruikt. Voorvoegsel poep- betekent onvruchtbaar.
< Poephaan: hen die geen eieren legt en kraait als een haan (Cornelissen-Vervliet) Woordenboek der Nederlandsche Taal
Boer Charel zit met ne poephaan, da worden geen kiekskes van te jaar.
> zie andere betekenis van poephaan
onvruchtbare haan
Archaïsche term, tegenwoordig zelden gebruikt. Voorvoegsel poep- betekent onvruchtbaar.
< Poephaan: hen die geen eieren legt en kraait als een haan (Cornelissen-Vervliet) Woordenboek der Nederlandsche Taal
Boer Charel zit met ne poephaan, da worden geen kiekskes van te jaar.
tegenwoordig
Woordenboek der Nederlandsche Taal: “Ge hoort segenwoordig veul van moorden en branden.” Cornelissen-Vervliet (1899)
zie ook sereweurig, tegenweurig, segeworig
uitspraak segeworig: ségeworrig, ségeweurig, ségeweurrig, zégeweurrig, …
’k Voel mij niet zo goed serreworg.
Vorige zondag goe weer in Knokke, chance gehad. Wel lang op den trein zitten sereworig. (facebook)
da bedoel ek dus, “weike” is den ouwere variaent, segeworig is ’t idd miêstal wiêke mor as ge der den orginelen aai-klaenk nog in wild … (antwerps.be)
Niet veel retro gezien, nuja ik let segeworig meer op LPs ed, en die heb ik wel gevonden. (9lives.be)
Miense die doe’ed zèn wère segeworig afgeleed bè de begroafenisónnernemer." (paalonline.be)
katijvig of katievig=
nat en koud, ellendig
< katijf
bnw. en znw. Middelnederlands katijf, ketijf, jongere bijvormen van mnl. keitijf, dat ontleend is aan oudnoordfrans caitif (hetzelfde woord als oudfrans chaitif, frans chétif, ital. cattivo, enz.); de verschillende vormen komen alle van latijn captivus. Eigenlijk: (krijgs)gevangen, in slavernij; vandaar: ongelukkig, ellendig, beklagenswaardig, enz. (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
’k sta hier te klutteren in zulk katijvig were (weder).
schouder
< Frans aisselle (oksel) < volkslatijn axella < Latijn axilla
Vergelijk Zweeds “axel”
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Modern lemma: assel
znw. vr., mv. -en. Middelnederlands assel.
Wisselvorm van oksel, gewestelijk nog bekend (althans bij Schuermans (1865-1870). De vorm asselle in zuidnederlandse bronnen staat wellicht onder invloed van frans aisselle. Behalve in de betekenis oksel is het ook aangetroffen met de betekenis schouder, zooals in de volgende aanhaling.
Humerus …, Een scouder oft asselle, Servilius, Dict. Trigl. (1552)
Z’n assele optrèkke.
peluw (langwerpig onderkussen)
Bijvorm van peuluw < Middelnederlands poluwe, pueluwe, puelu en andere vormen. Eene vroege ontleening uit latijn pulvînus (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
Onze Paul slaapt geiren hoog, met ne peul een een paar kopkussens.
verrimpelen door vochtverlies
Woordenboek der Nederlandsche Taal: versabbelen
Van sabbelen, waarvan de basisbetekenis waarschijnlijk als ‘sap, vocht verliezen’dient te worden omschreven, met ver-.
Versebbelen is een expressieve variant en wordt meestal gezegd van fruit e.d.: z’n sappen verliezen, uitdroogen en daardoor verrimpelen en verschrompelen. Gewestelijk in Vlaams-België.
Schuermans (1865-1870); Gezelle (Beverloo, voor 1899)
Als je te lang met je voeten in het water zit dan krijg je versebbelde tenen.
Appelen kunnen ook versebbelen als ze te lang bewaard worden.
verrimpelen door vochtverlies
Woordenboek der Nederlandsche Taal: versabbelen
Van sabbelen, waarvan de basisbet. wsch. als ‘sap, vocht verliezen’dient te worden omschreven, met ver-.
Versebbelen is een expressieve variant en wordt meestal gezegd van fruit e.d.: z’n sappen verliezen, uitdroogen en daardoor verrimpelen en verschrompelen. Gewestelijk in Vlaams-België.
Schuermans (1865-1870); Gezelle (Beverloo, voor 1899)
Als je te lang met je voeten in het water zit dan krijg je versebbelde tenen.
Appelen kunnen ook versebbelen als ze te lang bewaard worden.
mokken, koppen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Pruilen, mokken. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
Da’ wijf kan gans(ch)e dagen doezen. Dieë koppigaard zit daar in den hoek te doezen, Cornelissen-Vervliet (1899)
De Leo kan soms dagen aan een stuk doezen als em zijn goesting ni krijgt, just een klein joenk.
(Leo kan soms dagen aan een stuk mokken als hij zijn zin niet krijgt, net een klein kind.)
> andere betekenis van doezen
soezen
zie ook indoezen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Suffen, soezen.
In Noord-Nederland niet gewoon en in de aanhaling dan ook waarschijnlijk (evenals dubben) aan den invloed van Vlaamsche schrijvers toe te schrijven.
Hij … ging … in een gemaklijke-stoel, wat zitten te lezen, te doezen en dubben, Robbers, Gel. Fam. (1909)
Ze ligt te doezen in de zetel, zunt om ze wakker de maken.
> andere betekenis van doezen
lap, vod
zie andere betekenissen van foef
Het zijn al foefen die hij om ’t lijf draagt. (Woordenboek der Nederlandsche Taal: De Bo 1873)
(verouderd in Nederland)
weddenschap
Woordenboek der Nederlandsche Taal: weddingschap: Hetzelfde als weddenschap.
We hielden een weddingschap wie de koers zou winnen.
“Weddenschap versus weddingschap
‘Kindjes’, jullie hebben gelijk! Tegenwoordig zegt men ‘weddenschap’ en niet ‘weddingschap’ zoals ik onlangs schreef.
Maar ‘weddingschap’ is nog niet echt fout hoor! Alleen een beetje verouderd. Maar dat ben ik ook; al hoor ik dat niet graag!” (uit een blog)
bakkebaarden
Woordenboek der Nederlandsche Taal: fassen. Uit frans faces. Mogelijk uit frans face (enkelvoud) in een verouderde betekenis `zijkant van het gezicht’
Bakkebaarden. Gewestelijk in Vlaams-België.
“Onze Jan placht een baard te dragen, doch nu heeft hij slechts nog fassen”, Schuermans (1865-1870).
“Zijn fassen laten staan”, Cornelissen-Vervliet (1900).
Kempen: fassen, fasjen
prov. Antw.: fasjen, ook fabriezen
Hageland: fabrissen
Antwerps idioticon (1899): fas (vr.)
West-Vlaams idioticon (1873): fasse (vr.)
zie ook fabré
Met zulke fassen zag hij er uit als Elvis Presley.
een vrouw die veel kletst, vaak pejoratief in de zin van kwaadsprekend
Woordenboek der Nederlandsche Taal: lameer
In Zuid-Nederland een naam voor eene vrouw die haar tijd met babbelen verbeuzelt. Mag men er het frans la mère als benaming voor een vrouwtje uit de volksklasse in zien?
Afl. Het kan zijn dat het reeds door Kiliaan (1588) vermelde werkwoord lameren, den tijd met babbelen verdoen, eene afleiding is van het znw., maar ook het omgekeerde kan het geval wezen. Van het werkwoord bestaan de afleidingen gelameer, lameerderij.
Van Dale 2013 online: gewestelijk
ook in de Kempen
Wat een lameer is die Marie, ze staat de hele morgen te lameren met Jeannine…
sering
< Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij kruidnagel: Oneigenlijk als benaming voor andere bloemen, blijkbaar zoo genoemd omdat zij op de Cariophyllus aromaticus gelijken; en wel ten Zuiden van den Moerdijk voor de Sering, Syringa vulgaris
zie synoniemen bij jozemien
De kruidnagels stonden vroeg in bloei dees jaar. Wij hebben er lila aan onze boom staan, de geburen witte.
willen
Vooral in negaties en vragende vormen?
bron: Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Vrijheid, vergunning tot iets hebben, mogen; thans nog wel in Z.-N.
Behoeven; vooral gewoon in zinnen met eene ontkenning; in een bepaald geval iets (niet) noodig hebben, (niet) verplicht er toe zijn. In Z.-N. nog gewoon.
Moete gij melk in uw koffie (hebben)?
Nee, ik moet geen koffiekoeken hebben, ik eet liever een boke met heps.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.