Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
iemand die overal blijft plakken
variant Mechelen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
spijbelen
Ik ben de meester van Frans tegengekomen op café (café, op ~) toen ik aan ’t brossen was.
café
zie ook: estaminet, stamminé,staminee
Hij zit weer op stamenee, pinten te drinken in plaats van te gaan werken
in, naar
‘Op’ tien jaar is de gemiddelde leeftijd van de Belg gestegen.
SN: ‘in’ tien jaar is de gem. leeftijd gestegen
‘op’ café gaan (café, op ~)
SN: naar het café gaan.
Voor het derde jaar ‘op rij’.
SN: voor het derde jaar ‘achter elkaar’
in, naar
‘Op’ tien jaar is de gemiddelde leeftijd van de Belg gestegen.
SN: ‘in’ tien jaar is de gem. leeftijd gestegen
‘op’ café gaan
SN: naar het café gaan.
Voor het derde jaar ‘op rij’.
SN: voor het derde jaar ‘achter elkaar’
op de trein, op het vliegtuig
in (de trein, het vliegtuig)
Om aan te geven dat men zich in een openbaar voertuig zoals een trein, bus of tram bevindt, wordt het voorzetsel ‘in’ gebruikt. Dat gebruik is standaardtaal in het hele taalgebied. Combinaties met ‘op’ zijn standaardtaal in België. Taaladvies.net
Gisteren zat ik met een brede grijns op de trein naar Brussel. Ik had immers net vernomen dat omwille van een ongeval de E40 richting Brussel volledig was afgezet. Met de complete verkeerschaos als logisch gevolg. Terwijl anderen in hun wagen de tijd zagen voorbijgaan, flitste ik aan hoge snelheid door het groene ontwakende landschap van Vlaams-Brabant.
We zaten nog maar net op het vliegtuig in Brussel en ik kreeg al de vraag of wij ook naar Australia gingen.
treinstation
(oostlimburg) sjtaasie (der m. mv onbekend) z. Reactie
Antw.: /stoa se/
Ik moet om 8 uur 37 op de statie zijn.
Om hauf_ach zind zie aangekomme op der sjtaassie.
(om half acht zijn ze aangekomen op het station)
plezierig, leuk
“Leuk” krijgen we als Vlaming veel minder gemakkelijk over onze lippen dan een Nederlander, “leuk” klinkt te flauw, en te fleurig voor de gemiddelde stevig gebouwde Vlaamse kerel. Om niet te veel gelijk een jeanette te moeten klinken gebruiken we “plezant.” Het is trouwens een veel plezanter woord om uit te spreken.
’t Was een wreed plezant feestje, ’k heb nog zeer van het lachen.
ingevallen borstkas
vroeger: borst van een persoon waarvan het borstbeen naar voren steekt (min of meer zoals bij een kip).
Die ziekte noemt men rachitis.
kieken + borst
Liever een kiekeborst dan een ton gelijk gij.
mannelijk onbepaald lidwoord
Afkomstig van de accusatief in het oude naamvallenstelsel, dat er zo uitzag voor het mannelijk onbepaald lidwoord:
1. nominatief een / ‘n
2. genitief eens / ‘ns
3. datief enen / ‘nen
4. accusatief enen / ‘nen
Voorbeelden, dus:
‘nen sterken koning
‘nen groten boom
‘nen roden vis
Voordat het AN als standaardtaal werd geïmporteerd, pleitten sommige Vlaamse grammatici ervoor “nen” en “den” als mannelijke lidwoorden in te voeren in de ortografie ook in de nominatief – Zoals hierboven voorbeelden voor gegeven werden. De neiging om accusatieven te gebruiken in stede van nominatieven noemt “accusativisme”.
Mettertijd werd er steeds meer geassimileerd en op den duur ontwikkelde zich het tegenwoordige, bij de eerste aanblik vrij chaotisch voorkomende, stelsel:
nen – voor alle klinkers, en een paar medeklinkers: d, t en h
nem – voor b, wordt door de meesten geschreven als ”nen” (behalve in Limburg waar geen n wordt uitgesproken voor de b)
ne – in alle andere gevallen, dwz voor: c f g j k l m n p q r s v w x y z sj zj …
Let wel! Wellicht assimileert gij anders. Verbetert dan alstublieft dit artikel, en geeft duidelijk aan waarvandaan ge komt, opdat geïnresseerden het mogen weten.
Dezelfde flexie wordt gebruikt voor bijvoegelijke naamwoorden, voor den, voor bezittelijke voornaamwoorden, etc. Ook in die gevallen zijn de vormen af te leiden van oude accusatieven.
Sommigen gebruiken (vaak onder invloed van het AN?) “een” ook bij mannelijke woorden.
Ik heb ne motocyclette gekocht van ne Chinees.
Ik heb nen oranje motocyclette gekocht van nen oranje Chinees.
Ik heb nen boom gekocht van ne Japanees.
Van dezelfde Japanner ook nen automobiel.
Ik heb nen otto gekocht van nen Hollander.
Dit is nen blauwen boom. Uitzondering: in Limburg hoor je in het lidwoord of attributief gebruikt adjectief geen -n voor een b; daar is het: ne boom, ne braune boom.
Voor de volledigheid
De archaïsche flexie van “een” voor vrouwelijke naamwoorden:
1. nominatief ene / ‘ne → een / ’n
2. genitief ener / ’ner
3. datief ener / ’ner
4. accusatief ene / ’ne → een / ’n
Dankzij het feit dat het vrouwelijk lidwoord gereduceerd is tot “een”, onstaan geen problemen doordat men tegenwoordig “ne” zegt bij mannelijke woorden.
En – hetgeen hier bijna niets terzake doet – het onzijdige:
1. nominatief een / ’n
2. genitief eens / ’ns
3. datief enen / ’nen
4. accusatief een / ’n
strik van ijzer- of koperdraad om wild mee te vangen
Joske kan het stropen niet laten. Gisteren heeft hij zijn stroppen weer eens uitgezet.
zowel het nadeel als het voordeel moeten nemen, met de gedachte dat het een het andere compenseert
Sommige dagen krijgt hij echt veel drinkgeld, andere dagen is het een mager beestje, dat is de bluts met de buil.
gesubsidieerd universiteitsrestaurant
< Alma Mater
Met een studentenkaart kan men voordelig eten in den Alma.
wordt gezegd wanneer men over iemand spreekt die afwezig is
ook in West-Vl.
Hebben uw oorrekes niet gefloten daarjust? We waren over u bezig … niks anders dan goed, zenne.
Amai! De Paul moest ons horen … die zijn oren zullen nogal fluiten!
een (zwientje) is ook een kleine veegborstel
Heef ééns dat veegborsteltje.
Hift da zwientje ne ké
truttelappen= maandverbanden
Zeg meisje,vergeet uw maandverbanden (truttelappen) niet mee te nemen
piewanten= warme handschoenen
Doe maar je (piewanten) aan,want het is erg koud
(nulle) = een deksel van een ketel of pot
Zie ook ulle
Doe de( nulle) van de pot,dan doe ik er de aardappelen in.
deksel, schijf
eigenlijk: Middelnederlands: “hulle” (vanwaar ook: hul)
Draai het ulleke goed dicht van het confituurpotje.
(schroef het dekseltje goed dicht van het confituurpotje.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.