Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Recente wijzigingen

    De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed RSS

    #102661

    oren, van zijn ~ maken
    (uitdr.)

    pochen, drukte maken (o.a. om te reclameren), zijn eigen kwaad maken

    zie neus, van zijn ~ maken
    (Hageland) ook: van zijn teut maken

    Van Dale 2014: (België; informeel) van zijn oren maken
    zich opwinden, boos worden

    Hoort die eens van zijn oren maken. Die denkt dat hij de hele wereld aan zijn voeten heeft liggen.

    Ik zal daar eens van mijn oren gaan maken want ze hebben me serieus in ’t zak gezet.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2014 15:28
    0 reactie(s)

    #102662

    aan te nemen, bijna niet ~
    (uitdr.)

    Dat is bijna niet aan te nemen.

    Dat klinkt ongeloofwaardig.

    Wat hij daar vertelt is erg ongeloofwaardig!

    Wat hem doar vertelt is bekan “ni oan te neme”!

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2014 13:31
    0 reactie(s)

    #102663

    hals, aan de ~ laten komen
    (uitdr.)

    - onzorgvuldig omgaan bij het bewaren van vooral voedingswaren, zodat men ze moet wegwerpen
    - het onderhoud verwaarlozen van bv. buitenschrijnwerk of ander materiaal

    - Ze kopen drie kg peren en laten de helft aan den hals komen (aan den ols).
    - De ramen zijn al drie jaar niet meer geschilderd, ze laten alles aan de hals komen, ’t is toch hun huis niet.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2014 13:24
    0 reactie(s)

    #102664

    aan den ols
    (uitdr.)

    kapot, om zeep; zie ook hals, aan de ~ laten komen

    Die vandaal helpt alles aan den ols.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2014 13:23
    3 reactie(s)

    #102665

    hals, aan de ~ laten komen
    (uitdr.)

    - onzorgvuldig omgaan bij het bewaren van vooral voedingswaren, zodat men ze moet wegwerpen
    - het onderhoud verwaarlozen van bv. buitenschrijnwerk of ander materiaal

    - Ze kopen drie kg peren en laten de helft aan den hals komen (an den ols).
    - De ramen zijn al drie jaar niet meer geschilderd, ze laten alles aan de hals komen, ’t is toch hun huis niet.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2014 13:21
    0 reactie(s)

    #102666

    aan de rappe zijn
    (uitdr.)

    diarree hebben
    zie: rap, met de ~pe zitten

    Mijne maag ligt weer overhoop. Ik ben al twintig keer naar het toilet gegaan. Ik ben aan de rappe.

    Provincie Limburg
    Bewerking door Marcus op 03 Mar 2014 12:53
    0 reactie(s)

    #102667

    aan de rappe zijn
    (uitdr.)

    diarree hebben

    Mijne maag ligt weer overhoop. Ik ben al twintig keer naar het toilet gegaan. Ik ben aan de rappe.

    Provincie Limburg
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2014 12:38
    0 reactie(s)

    #102668

    aan de rappe zijn
    (uitdr.)

    diarree

    Mijne maag ligt weer overhoop. Ik ben al twintig keer naar het toilet gegaan. Ik ben aan de rappe.

    Provincie Limburg
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2014 12:37
    0 reactie(s)

    #102669

    aan de kap liggen met
    (uitdr.)

    ruzie hebben met, kap, aan de ~ liggen

    Hij heeft aan de kap gelegen.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2014 12:37
    3 reactie(s)

    #102670

    aalput
    (zn. m. -ten)

    op de buiten waar geen riolering was werd de menselijke ontlasting opgevangen in de aalput of beerput

    De aalput werd manueel geledigd met een grote schep in de vorm van een pollepel aan een lange steel. Wat restte, noemde men de dikaard.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2014 12:26
    2 reactie(s)

    #102671

    blaren, zo rap als de ~ die waaien
    (uitdr.)

    heel rap

    Toen de polies aankwam, zijn ze gaan lopen, zo rap als de blaren die waaien.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2014 11:53
    0 reactie(s)

    #102672

    Peer Stoet
    (eigennaam en begrip)

    Het symbool voor de carnavalsvereniging van het stoetersdorp Herenthout.

    Een stoet zonder de mascotte Peer Stoet is niet denkbaar.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 03 Mar 2014 10:24
    0 reactie(s)

    #102673

    Herenthoutse Peerkens
    (eigennaam en begrip)

    Herenthoutse ‘Peer Stoet’ koekjes die gemaakt worden ter ere van de carnavalsstoet.

    Wie tijdens het Carnaval gaat meevieren in het ‘stoetersdorp’ moet zeker proeven van de ‘Herenthoutse Peerkens’.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 03 Mar 2014 09:00
    0 reactie(s)

    #102674

    gemeentenamen (Antwerpen)

    Hieronder staan de Antwerpse dorps– en stadsnamen zoals ze door de eigen inwoners genoemd worden:

    officiele naam – lokale naam

    Aartselaar – Eusselor/Eusseler
    Achterbroek – ‘t Aachterbroek
    Antwerpen – Aantwaarpe
    Arendonk – Oarendoenk
    Baarle-Hertog – Boal
    Balen – Boal
    Beerse – Beirs (/Beis)
    Beerzel – Bjaezel
    Bell – Bell
    Berendrecht – Bendrecht
    Berchem – Baarchoem
    Berlaar – Balder
    Bevel – Beivel
    Blaasveld – Blausveld
    Boechout – Boechoat
    Bonheiden – Beunnààn
    Booischot – Busschot
    Boom – Boeëm
    Borgerhout – Beurgerout
    Bornem – Beurm
    Borsbeek – Beusbeek
    Bouwel – Bowel, Beuwel, Huirtuit staase (statie)
    Brecht – Bracht
    Breendonk – Briëndoenk
    Brasschaat – Bresschoat
    Broechem – Broechem
    Burcht – Burcht
    Dessel – Dessel
    Deurne – Duire
    Duffel – Duffel
    Edegem – Eigoem
    Eikevliet – Aak, ook wel Akevliet, Akervliet
    Eindhout – Eindert, Endert
    Ekeren – Eikere
    Emblem – Emmele
    Essen – Esse
    Geel – Geel, Geil
    Geel-Larem – Lerm
    Gestel – Gestel
    Gierle – Giel
    Grasheide – Gèshaa
    Grobbendonk – Grobbedoenk
    Hallaar – Halder
    Halle – Al
    Heffen – Effe
    Heide – Eide
    Heindonk – Aandoenk
    Heist-op-den-Berg – Hest (ook wel Hest-oep-den-Berg, Hest-oep-t-heupke)
    Hemiksem – Aemisse
    Herentals – Hertals
    Herenthout – Huirtuit (etymologie: 1186, “Herenholts” = “bos van haagbeuken”
    Herselt – Hessel
    Hingene – Inge
    Hoboken – Obbokke
    Hoevenen – Oevere
    Hombeek – Oembeik
    Hoogstraten – Oeëgstroate
    Hove – Oof
    Hulshout – Hilset
    Itegem – Ietegoem
    Kalfort – Kallefuët
    Kalmthout – Kalmtout
    Kapellen – Kapelle
    Kasterlee – Kastel
    Kessel – Kessel
    Klein-Vorst – Klaa-Veust
    Klein-Willebroek – Klaai-Willebroek
    Koningshooikt – Jut, Jöt
    Kontich – Kontech
    Leest – Liëst
    Lichtaart – Lichtert
    Lier – Liër
    Liezele – Liezel
    Lille – Lil
    Lillo – Lullo
    Lint – Lent
    Lippelo – Luppeloeë
    Loenhout – Loenet
    Maria-ter-Heide – d’Aaj
    Mariekerke – Moarekerk
    Massenhoven – Massenove
    Mechelen – Mechele
    Meer – Meir
    Meerhout – Merret
    Meerle – Miël
    Merksem – Maarksoem
    Merksplas – Merreblos
    Minderhout – Minderout, Minderaat
    Mol – Mol
    Morkhoven – Meurkoven
    Mortsel – Meutsel
    Niel – Niel
    Nieuwmoer – de Nimoer
    Nijlen – Naale
    Noorderwijk – Nodderwaak
    Oelegem – Uilegoem
    Oevel – Oevel
    Olen – Oeëlen
    Olmen – Olme
    Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Wauver
    Oorderen – Oeëtere (verdwenen ivm haven)
    Oostmalle – Mal (ook wel Oeëstmal)
    Oosterweel – Eusterwiël (verdwenen ivm haven)
    Oppuurs – Oppuus
    Oud-Turnhout – Oud-Turnout
    Poederlee – Peujel
    Poppel – Poppel
    Postel – Possel
    Pulderbos – Pulderbos
    Pulle – Pul
    Putte arr. Antwerpen – Put
    Putte arr. Mechelen – Put (centrum) of Pit (gehuchten)
    Puurs – Puus
    Ramsel – Romsel
    Ranst – Raanst
    Ravels – Roavels
    Reet – Riët
    Retie – Ree’jie
    Rijkevorsel – Veussel
    Rijmenam – Ramenam
    Ruisbroek – Roaisbroek
    Rumst – Rimst
    ’s Gravenwezel – Wezel
    Schelle – Schel
    Schilde – Schil
    Schoten – Schoeëte
    Schriek – Schriek
    Sint-Amands – Sintemaans
    Sint-Anneke – Sint-Anneke
    Sint-Antonius – Sint-Teunnes
    Sint-Job-in’t-Goor – Sindjob
    Sint-Katelijne-Waver – Katelaane (ook wel Katelaane Wauver)
    Sint-Lenaarts – Sintelènnes
    Stabroek – Stoabroek
    Ten Aart – Den Oait
    Terhagen – Traag
    Tielen – Tiele
    Tisselt – Tisselt
    Tongerlo – Toengel
    Turnhout – Turnout
    Varendonk – Veurrendoenk
    Veerle – Vei’l
    Viersel – Viesel
    Vlimmeren – Vlimmere
    Vorselaar – Veusseleir
    Vorst – Veust
    Vosselaar – Vosselèr
    Vremde – Vrempt
    Waarloos – Woarloeës
    Walem – Waalm
    Wechelderzande – Wechel
    Weelde – Weld
    Weert – de Waert
    Westerlo – Westel
    Westmalle – Westmal
    Westmeerbeek – Mjorbeik
    Wiekevorst – Wiekeveust
    Wijnegem – Waenegoem
    Wildert – de Wildert
    Willebroek – Willebroek
    Wilmarsdonk – Wilmersdoenk (verdwenen ivm haven)
    Wilrijk – Wildrèk
    Winkelom-Heide – Haaj
    Wintham – Wintam
    Wommelgem – Oemmelegoem
    Wortel – Weuttel
    Wuustwezel – Wezel
    Zandhoven – Zaandove
    Zandvliet – Zaanflit
    Zevendonk – Zevendoenk
    Zoerle-Parwijs – Zuul
    Zoersel – Zoeësel
    Zondereigen – Zondereige
    Zwijndrecht – Zwindrecht

    probeer deze lijst alfabetisch te houden

    Bronnen:
    RND (Reeks Nederlandse Dialectatlassen), delen Antwerpen; Vlaamsch Brabant; Klein-Brabant; Noord-Oost-Vlaanderen en Zeeuwsch-Vlaanderen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 03 Mar 2014 08:47
    14 reactie(s)

    #102675

    gemeentenamen (Antwerpen)

    Hieronder staan de Antwerpse dorps– en stadsnamen zoals ze door de eigen inwoners genoemd worden:

    officiele naam – lokale naam

    Aartselaar – Eusselor/Eusseler
    Achterbroek – ‘t Aachterbroek
    Antwerpen – Aantwaarpe
    Arendonk – Oarendoenk
    Baarle-Hertog – Boal
    Balen – Boal
    Beerse – Beirs (/Beis)
    Beerzel – Bjaezel
    Bell – Bell
    Berendrecht – Bendrecht
    Berchem – Baarchoem
    Berlaar – Balder
    Bevel – Beivel
    Blaasveld – Blausveld
    Boechout – Boechoat
    Bonheiden – Beunnààn
    Booischot – Busschot
    Boom – Boeëm
    Borgerhout – Beurgerout
    Bornem – Beurm
    Borsbeek – Beusbeek
    Bouwel – Bowel, Beuwel, Heurtuit staase (statie)
    Brecht – Bracht
    Breendonk – Briëndoenk
    Brasschaat – Bresschoat
    Broechem – Broechem
    Burcht – Burcht
    Dessel – Dessel
    Deurne – Duire
    Duffel – Duffel
    Edegem – Eigoem
    Eikevliet – Aak, ook wel Akevliet, Akervliet
    Eindhout – Eindert, Endert
    Ekeren – Eikere
    Emblem – Emmele
    Essen – Esse
    Geel – Geel, Geil
    Geel-Larem – Lerm
    Gestel – Gestel
    Gierle – Giel
    Grasheide – Gèshaa
    Grobbendonk – Grobbedoenk
    Hallaar – Halder
    Halle – Al
    Heffen – Effe
    Heide – Eide
    Heindonk – Aandoenk
    Heist-op-den-Berg – Hest (ook wel Hest-oep-den-Berg, Hest-oep-t-heupke)
    Hemiksem – Aemisse
    Herentals – Hertals
    Herenthout – Huirtuit (etymologie: 1186, “Herenholts” = “bos van haagbeuken”
    Herselt – Hessel
    Hingene – Inge
    Hoboken – Obbokke
    Hoevenen – Oevere
    Hombeek – Oembeik
    Hoogstraten – Oeëgstroate
    Hove – Oof
    Hulshout – Hilset
    Itegem – Ietegoem
    Kalfort – Kallefuët
    Kalmthout – Kalmtout
    Kapellen – Kapelle
    Kasterlee – Kastel
    Kessel – Kessel
    Klein-Vorst – Klaa-Veust
    Klein-Willebroek – Klaai-Willebroek
    Koningshooikt – Jut, Jöt
    Kontich – Kontech
    Leest – Liëst
    Lichtaart – Lichtert
    Lier – Liër
    Liezele – Liezel
    Lille – Lil
    Lillo – Lullo
    Lint – Lent
    Lippelo – Luppeloeë
    Loenhout – Loenet
    Maria-ter-Heide – d’Aaj
    Mariekerke – Moarekerk
    Massenhoven – Massenove
    Mechelen – Mechele
    Meer – Meir
    Meerhout – Merret
    Meerle – Miël
    Merksem – Maarksoem
    Merksplas – Merreblos
    Minderhout – Minderout, Minderaat
    Mol – Mol
    Morkhoven – Meurkoven
    Mortsel – Meutsel
    Niel – Niel
    Nieuwmoer – de Nimoer
    Nijlen – Naale
    Noorderwijk – Nodderwaak
    Oelegem – Uilegoem
    Oevel – Oevel
    Olen – Oeëlen
    Olmen – Olme
    Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Wauver
    Oorderen – Oeëtere (verdwenen ivm haven)
    Oostmalle – Mal (ook wel Oeëstmal)
    Oosterweel – Eusterwiël (verdwenen ivm haven)
    Oppuurs – Oppuus
    Oud-Turnhout – Oud-Turnout
    Poederlee – Peujel
    Poppel – Poppel
    Postel – Possel
    Pulderbos – Pulderbos
    Pulle – Pul
    Putte arr. Antwerpen – Put
    Putte arr. Mechelen – Put (centrum) of Pit (gehuchten)
    Puurs – Puus
    Ramsel – Romsel
    Ranst – Raanst
    Ravels – Roavels
    Reet – Riët
    Retie – Ree’jie
    Rijkevorsel – Veussel
    Rijmenam – Ramenam
    Ruisbroek – Roaisbroek
    Rumst – Rimst
    ’s Gravenwezel – Wezel
    Schelle – Schel
    Schilde – Schil
    Schoten – Schoeëte
    Schriek – Schriek
    Sint-Amands – Sintemaans
    Sint-Anneke – Sint-Anneke
    Sint-Antonius – Sint-Teunnes
    Sint-Job-in’t-Goor – Sindjob
    Sint-Katelijne-Waver – Katelaane (ook wel Katelaane Wauver)
    Sint-Lenaarts – Sintelènnes
    Stabroek – Stoabroek
    Ten Aart – Den Oait
    Terhagen – Traag
    Tielen – Tiele
    Tisselt – Tisselt
    Tongerlo – Toengel
    Turnhout – Turnout
    Varendonk – Veurrendoenk
    Veerle – Vei’l
    Viersel – Viesel
    Vlimmeren – Vlimmere
    Vorselaar – Veusseleir
    Vorst – Veust
    Vosselaar – Vosselèr
    Vremde – Vrempt
    Waarloos – Woarloeës
    Walem – Waalm
    Wechelderzande – Wechel
    Weelde – Weld
    Weert – de Waert
    Westerlo – Westel
    Westmalle – Westmal
    Westmeerbeek – Mjorbeik
    Wiekevorst – Wiekeveust
    Wijnegem – Waenegoem
    Wildert – de Wildert
    Willebroek – Willebroek
    Wilmarsdonk – Wilmersdoenk (verdwenen ivm haven)
    Wilrijk – Wildrèk
    Winkelom-Heide – Haaj
    Wintham – Wintam
    Wommelgem – Oemmelegoem
    Wortel – Weuttel
    Wuustwezel – Wezel
    Zandhoven – Zaandove
    Zandvliet – Zaanflit
    Zevendonk – Zevendoenk
    Zoerle-Parwijs – Zuul
    Zoersel – Zoeësel
    Zondereigen – Zondereige
    Zwijndrecht – Zwindrecht

    probeer deze lijst alfabetisch te houden

    Bronnen:
    RND (Reeks Nederlandse Dialectatlassen), delen Antwerpen; Vlaamsch Brabant; Klein-Brabant; Noord-Oost-Vlaanderen en Zeeuwsch-Vlaanderen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 03 Mar 2014 08:47
    14 reactie(s)

    #102676

    stoeter
    (de ~, ~s, m zst nw)

    lid van een karnavalsvereniging, wie meeloopt in de carnavalstoet van Herenthout

    zie ook stoetersdorp, Peer Stoet, stoetstandbeeld

    Bij den Theo en zijn familie moet ge dees dagen niet op bezoek gaan, want dat zijn daar allemaal stoeters en die zijn nu gegarandeerd op stap.

    De Herenthoutse carnavalstoet onderscheidt zich van andere door zijn originaliteit en zijn levenslustige en volkse karakter. Symbool van deze jaarlijkse optocht is ‘Peer Stoet’. En de inwoners van Herenthout dragen dan ook met fierheid de bijnaam ‘stoeters’.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 03 Mar 2014 08:39
    0 reactie(s)

    #102677

    Herenthoutse Peerkens
    (eigennaam en begrip)

    Herenthoutse koekjes die gemaakt worden ter ere van de carnavalsstoet.

    Wie tijdens het Carnaval gaat meevieren in het ‘stoetersdorp’ moet zeker proeven van de ‘Herenthoutse Peerkens’.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 03 Mar 2014 08:37
    0 reactie(s)

    #102678

    gemeentenamen (Antwerpen)

    Hieronder staan de Antwerpse dorps– en stadsnamen zoals ze door de eigen inwoners genoemd worden:

    officiele naam – lokale naam

    Aartselaar – Eusselor/Eusseler
    Achterbroek – ‘t Aachterbroek
    Antwerpen – Aantwaarpe
    Arendonk – Oarendoenk
    Baarle-Hertog – Boal
    Balen – Boal
    Beerse – Beirs (/Beis)
    Beerzel – Bjaezel
    Bell – Bell
    Berendrecht – Bendrecht
    Berchem – Baarchoem
    Berlaar – Balder
    Bevel – Beivel
    Blaasveld – Blausveld
    Boechout – Boechoat
    Bonheiden – Beunnààn
    Booischot – Busschot
    Boom – Boeëm
    Borgerhout – Beurgerout
    Bornem – Beurm
    Borsbeek – Beusbeek
    Bouwel – Bowel, Beuwel, Heurtuit staase (statie)
    Brecht – Bracht
    Breendonk – Briëndoenk
    Brasschaat – Bresschoat
    Broechem – Broechem
    Burcht – Burcht
    Dessel – Dessel
    Deurne – Duire
    Duffel – Duffel
    Edegem – Eigoem
    Eikevliet – Aak, ook wel Akevliet, Akervliet
    Eindhout – Eindert, Endert
    Ekeren – Eikere
    Emblem – Emmele
    Essen – Esse
    Geel – Geel, Geil
    Geel-Larem – Lerm
    Gestel – Gestel
    Gierle – Giel
    Grasheide – Gèshaa
    Grobbendonk – Grobbedoenk
    Hallaar – Halder
    Halle – Al
    Heffen – Effe
    Heide – Eide
    Heindonk – Aandoenk
    Heist-op-den-Berg – Hest (ook wel Hest-oep-den-Berg, Hest-oep-t-heupke)
    Hemiksem – Aemisse
    Herentals – Hertals
    Herenthout – Heurtuit (etymologie: 1186, “Herenholts” = “bos van haagbeuken”
    Herselt – Hessel
    Hingene – Inge
    Hoboken – Obbokke
    Hoevenen – Oevere
    Hombeek – Oembeik
    Hoogstraten – Oeëgstroate
    Hove – Oof
    Hulshout – Hilset
    Itegem – Ietegoem
    Kalfort – Kallefuët
    Kalmthout – Kalmtout
    Kapellen – Kapelle
    Kasterlee – Kastel
    Kessel – Kessel
    Klein-Vorst – Klaa-Veust
    Klein-Willebroek – Klaai-Willebroek
    Koningshooikt – Jut, Jöt
    Kontich – Kontech
    Leest – Liëst
    Lichtaart – Lichtert
    Lier – Liër
    Liezele – Liezel
    Lille – Lil
    Lillo – Lullo
    Lint – Lent
    Lippelo – Luppeloeë
    Loenhout – Loenet
    Maria-ter-Heide – d’Aaj
    Mariekerke – Moarekerk
    Massenhoven – Massenove
    Mechelen – Mechele
    Meer – Meir
    Meerhout – Merret
    Meerle – Miël
    Merksem – Maarksoem
    Merksplas – Merreblos
    Minderhout – Minderout, Minderaat
    Mol – Mol
    Morkhoven – Meurkoven
    Mortsel – Meutsel
    Niel – Niel
    Nieuwmoer – de Nimoer
    Nijlen – Naale
    Noorderwijk – Nodderwaak
    Oelegem – Uilegoem
    Oevel – Oevel
    Olen – Oeëlen
    Olmen – Olme
    Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Wauver
    Oorderen – Oeëtere (verdwenen ivm haven)
    Oostmalle – Mal (ook wel Oeëstmal)
    Oosterweel – Eusterwiël (verdwenen ivm haven)
    Oppuurs – Oppuus
    Oud-Turnhout – Oud-Turnout
    Poederlee – Peujel
    Poppel – Poppel
    Postel – Possel
    Pulderbos – Pulderbos
    Pulle – Pul
    Putte arr. Antwerpen – Put
    Putte arr. Mechelen – Put (centrum) of Pit (gehuchten)
    Puurs – Puus
    Ramsel – Romsel
    Ranst – Raanst
    Ravels – Roavels
    Reet – Riët
    Retie – Ree’jie
    Rijkevorsel – Veussel
    Rijmenam – Ramenam
    Ruisbroek – Roaisbroek
    Rumst – Rimst
    ’s Gravenwezel – Wezel
    Schelle – Schel
    Schilde – Schil
    Schoten – Schoeëte
    Schriek – Schriek
    Sint-Amands – Sintemaans
    Sint-Anneke – Sint-Anneke
    Sint-Antonius – Sint-Teunnes
    Sint-Job-in’t-Goor – Sindjob
    Sint-Katelijne-Waver – Katelaane (ook wel Katelaane Wauver)
    Sint-Lenaarts – Sintelènnes
    Stabroek – Stoabroek
    Ten Aart – Den Oait
    Terhagen – Traag
    Tielen – Tiele
    Tisselt – Tisselt
    Tongerlo – Toengel
    Turnhout – Turnout
    Varendonk – Veurrendoenk
    Veerle – Vei’l
    Viersel – Viesel
    Vlimmeren – Vlimmere
    Vorselaar – Veusseleir
    Vorst – Veust
    Vosselaar – Vosselèr
    Vremde – Vrempt
    Waarloos – Woarloeës
    Walem – Waalm
    Wechelderzande – Wechel
    Weelde – Weld
    Weert – de Waert
    Westerlo – Westel
    Westmalle – Westmal
    Westmeerbeek – Mjorbeik
    Wiekevorst – Wiekeveust
    Wijnegem – Waenegoem
    Wildert – de Wildert
    Willebroek – Willebroek
    Wilmarsdonk – Wilmersdoenk (verdwenen ivm haven)
    Wilrijk – Wildrèk
    Winkelom-Heide – Haaj
    Wintham – Wintam
    Wommelgem – Oemmelegoem
    Wortel – Weuttel
    Wuustwezel – Wezel
    Zandhoven – Zaandove
    Zandvliet – Zaanflit
    Zevendonk – Zevendoenk
    Zoerle-Parwijs – Zuul
    Zoersel – Zoeësel
    Zondereigen – Zondereige
    Zwijndrecht – Zwindrecht

    probeer deze lijst alfabetisch te houden

    Bronnen:
    RND (Reeks Nederlandse Dialectatlassen), delen Antwerpen; Vlaamsch Brabant; Klein-Brabant; Noord-Oost-Vlaanderen en Zeeuwsch-Vlaanderen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 03 Mar 2014 08:34
    14 reactie(s)

    #102679

    stoeter
    (de ~, ~s, m zst nw)

    lid van een karnavalsvereniging, wie meeloopt in de carnavalstoet van Herenthout

    zie ook stoetersdorp, Peer Stoet, stoetstandbeeld

    Bij den Theo en zijn familie moet ge dees dagen niet op bezoek gaan, want dat zijn daar allemaal stoeters en die zijn nu gegarandeerd op stap.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 03 Mar 2014 08:27
    0 reactie(s)

    #102680

    stoetkas
    (de ~, ~en v znw)

    Geld dat men bijeenlegt om een carnavalstoet te organiseren.
    Herenthout

    zie ook stoetersdorp, Peer Stoet, stoetstandbeeld

    “Bij het drinken van de borrels werden plannen gesmeed. De laatste centen werden bijeengelegd en men had de eerste ‘stoetkas’ om te vertrekken. Zo is de Herenthoutse carnavalstoet ontstaan.” (www.peerstoet.be)

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 03 Mar 2014 08:26
    0 reactie(s)

    Meer...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.