Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Woorden die beginnen met 'van'

    1. vana (13)
    2. vanb (3)
    3. vand (10)
    4. vane (13)
    5. vang (4)
    6. vanh (2)
    7. vanm (1)
    8. vann (2)
    9. vano (4)
    10. vans (1)
    11. vant (6)
    12. vanu (2)
    13. vanv (5)
    14. vanw (2)
    15. vanz (5)

    De volgende 195 termen in onze databank beginnen met 'van':

    van
    van … vanaf
    van ’s gelijken
    van ’t schab
    van ’t sport zijn
    van ´t orkest zijn
    van a een, twee, drie
    van achter
    van Afrika tot in Amerika
    van als
    van bachten de Kupe zijn of komen
    van bij
    van bij ons
    van bij, recht(streeks) ~
    van buiten weten
    van dan
    van dat
    van dat, het is weer ~
    van dattum, het is weer ~
    van de
    van de Aldi
    van de bak bijten
    van de een naar de negen geslagen
    van de hand Gods geslagen
    van de klaver naar de biezen
    van de maar bereden zijn
    van de middag
    van de moetens
    van de morgen
    van de nacht
    van de namiddag
    van de noen
    van de stomme gebaren
    van de verniet, steendood
    van de week
    van de werke weg
    van den avond
    van den boot gevallen
    van den eerste keer
    van den hof en het hekken vast
    van den hond zijn kloten
    van den jaar
    van den oude stempel
    van den tak op den boom springen
    van den tee
    van den trok leven
    van dit en dees en `t geen
    van doen zijn
    van drekt
    van een haze gepoept zijn
    van een keer
    van eerste hoedanigheid
    van ene pas
    van ens tens
    van essen ’t ende
    van gaat daar liggen
    van gedaan werk houden
    van geen vin lossen
    van goeie komaf zijn
    van het bovenste schap
    van het kan niet meer
    van het vaderland wegzuipen
    van hetzelfde zijn
    van hier
    van hier en ginderachter
    van hier tot in Tokio
    van huis gaan
    van hun duivels drommen
    van ijzer word je ni wijzer
    van insgelijke
    van insgelijks
    van jezelven gedaan worden
    van jut naar jeir
    van kleins af
    van koo gebaren
    van kop tot teen
    van krommen haas gebaren
    van kust mijn
    van kwikkelen komt schrieën
    van langsom
    van lek m’n liptje zijn
    van lengte trekken
    van Marseille zijn
    van men kan niet meer
    van muilen komt zever
    van naald tot draad
    van niet beter weten
    van niets poeren
    van nikske ni vies zen
    van nu voorts
    van ondervinding spreken
    van over
    van over, er niet ~ kunnen
    Van Peteghem-bon
    van pier naar pol
    van pijke(n)s gebaren
    van plaats geraken
    van ponte naar stronte
    van sinds
    van soorten
    van stal halen
    van ten haar
    van thuis uit
    van thuis uit werken
    van tien negen
    van tijd
    van tussenuit, zich ergens ~ houden
    van tweirsen
    van vandaan komen
    van voor
    van wacht zijn
    van zijn (haar) zelve gaan (vallen)
    van zijn beir maken
    van zijn eigen
    van zijn leven
    van zijn paretten maken
    van zijn stoel vallen
    van zijnen tak maken
    van zijnzelf gaan
    van zijnzelve vallen
    van zodra
    van zohaast
    van, gevolgd door voornaam
    van, mannelijke voornaam, ~es of ~enes, gedoe
    vanachter
    vanachter spelen
    vanachteren
    vanaf
    vanaf als
    vanaf als dat
    vanaf dat
    vanaf, er ~ willen zijn
    vanaf, er iets ~ kennen
    vanalle
    vanalles
    vanals
    vanalzeleven
    vanboven blinken, vanonder stinken
    vanboven pront, vanonder stront
    vanbrustum
    vandaag
    vandaag acht dagen
    vandaag, de dag van ~
    vandaag, nog niet voor ~ zijn
    vandeeg
    vandemiddag
    vandemorgend
    vandenacht
    vandoen
    vandoen hebben
    vaneen
    vaneen af
    vaneens
    vaneges
    vaneigens
    vanein
    vaneir
    vaneirafaan
    vanen
    vanensentens
    vanenstens
    vanesteneinden
    vangen
    vangen, een uiltje ~
    vangen, vogeltjes ~
    vanger
    vanhaar
    vanher
    vanmorgend
    vannamiddag
    vannoene
    vanonder(uit), er niet ~ kunnen
    vanonderdoor, er ~ zijn
    vanop
    vanop afstand
    vans gelijke
    vanteneir
    vantijd
    vantussen
    vantussen, ergens ~ blijven
    vantweis zijn
    vantzelf
    vanuit
    vanuit uw luie zetel
    vanvaar
    vanveis
    vanveur
    vanvoor
    vanwaad
    vanwaar
    vanzelaeve
    vanzelevens niet!
    vanzelfst
    vanzeneigens
    vanzjeleven

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.