Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 13 keer aangepast.
mond, gezicht
zie ook toot, teut
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
> andere betekenis van tote
mond, gezicht
zie ook toot, teut
andere betekenis van tote
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
mond, gezicht
zie ook toot, teut
andere betekenis van tote
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
mond, gezicht
zie ook toot, teut
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
mond, gezicht
zie ook toot, teut
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
’k zalle subiet ne keer uw tote wat bijwerken. (Ik zal seffens uw gezicht wat bijwerken).
mond, gezicht
zie ook toot, teut
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
’k zalle subiet ne keer uw tote wat bijwerken. (Ik zal seffens uw gezicht wat bijwerken).
mond, gezicht
zie ook toot, teut
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
’k zalle subiet ne keer uw tote wat bijwerken. (Ik zal seffens uw gezicht wat bijwerken).
mond, gezicht
zie ook toot, teut
smoele, mule:
in de mĂȘeste streken angevoeld lik vulgaire toale
Uutdrukkiengn: e lelike tote ein: een lelike smoel ein; up joen tote krign: sloagn krigen.
regio: Blanknberge, Kortryk, Roeseloare, Wervik, Yper (Wikipedia)
O.-VL: Mouille
Prov. Antw.: Bakkes
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
’k zalle subiet ne keer uw tote wat bijwerken. (Ik zal seffens uw gezicht wat bijwerken).
mond, gezicht
zie ook toot, teut
smoele, mule:
in de mĂȘeste streken angevoeld lik vulgaire toale
Uutdrukkiengn: e lelike tote ein: een lelike smoel ein; up joen tote krign: sloagn krigen.
regio: Blanknberge, Kortryk, Roeseloare, Wervik, Yper (Wikipedia)
O.-VL: Mouille
Prov. Antw.: Bakkes
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
’k zalle subiet ne keer uw tote wat bijwerken. (Ik zal seffens uw gezicht wat bijwerken).
mond, gezicht
zie ook toot, teut
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
’k zalle subiet ne keer uw tote wat bijwerken. (Ik zal seffens uw gezicht wat bijwerken).
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen) (van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen) (van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
mond, gezicht
Hij is niet op zijn tote gevallen (hij is niet op zijn mond gevallen) (van iemand die het goed kan uitleggen.
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven (een slag op zijn gezicht geven)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.