Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    lep

    De beschrijving van deze term werd 6 keer aangepast.

    Versie 6

    lep
    (mv. van lap)

    lappen, klederen, (overdrachtelijk) schoot

    met iets of iemand op zijn lep zitten: ermee opgescheept zijn, de kost (moeten) geven

    Met de heel famiele kwamen zij gisteren juist voor avondskost afgebotteld! Daar zat ik den helen avond met zes man op mijn lep.

    > andere betekenis van lep

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 05 Jun 2020 00:35
    2 reactie(s)

    Versie 5

    lep
    (mv. v. lap)

    lappen, klederen, (overdrachtelijk) schoot

    met iets of iemand op zijn lep zitten: ermee opgescheept zijn, de kost (moeten) geven

    Met de heel famiele kwamen zij gisteren juist voor avondskost afgebotteld! Daar zat ik den helen avond met zes man op mijn lep.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door petrik op 30 Apr 2009 14:57
    2 reactie(s)

    Versie 4

    lep
    (mv. v. lap)

    lappen, klederen, (overdrachtelijk) schoot

    met iets of iemand op zijn lep zitten: ermee opgescheept zijn, de kost (moeten) geven

    Met de heel famiele kwamen zij gisteren juist voor avondskost afgebotteld! Daar zat ik den helen avond met zes man op mijn lep.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door petrik op 30 Apr 2009 14:56
    2 reactie(s)

    Versie 3

    lep
    (mv. v. lap)

    lappen, klederen, (overdrachtelijk) schoot

    met iets of iemand op zijn lep zitten: ermee opgescheept zijn, de kost (moeten) geven

    Met de heel famiele kwamen zij gisteren juist voor avondskost afgebotteld! Daar zat ik den helen avond met zes man op mijn lep.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door petrik op 30 Apr 2009 14:56
    2 reactie(s)

    Versie 2

    lep
    (mv. v. lap)

    lappen, klederen, (overdrachtelijk) schoot

    met iets of iemand op zijn lep zitten: ermee opgescheept zijn, de kost (moeten) geven

    Met de heel famiele kwamen zij gisteren juist voor avondskost afgebotteld! Daar zat ik den helen avond met zes man op mijn lep.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door petrik op 30 Apr 2009 14:51
    2 reactie(s)

    Versie 1

    lep
    (mv. v. lap)

    lappen, klederen, (overdrachtelijk) schoot

    met iets of iemand op zijn lep zitten: ermee opgescheept zijn, de kost geven

    Met de heel famiele kwamen zij gisteren juist voor avondskost afgebotteld! Daar zat ik den helen avond met zes man op mijn lep.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door petrik op 30 Apr 2009 14:50
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.