Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    omnipracticus

    De beschrijving van deze term werd 2 keer aangepast.

    Versie 2

    omnipracticus
    (zn. m.; ~practici)

    huisarts, arts zonder specialisatie

    vrttaal.net: Ambtelijk Belgisch-Nederlands.

    “Het vaak gebruikte woord omnipracticus werd vroeger in algemene zin begrepen als een synoniem voor huisarts. Nochtans betekent het een “beoefenaar van de algemene geneeskunde”, hetgeen een ruimer veld bestrijkt. Een omnipracticus is niet noodzakelijk een huisarts. Hij kan ook, naast de specialisten en chirurgen, werkzaam zijn in ziekenhuizen en andere medische instellingen. Het woord wordt in die zin in BelgiĆ« algemeen gebruikt door de Orde van geneesheren, de universitaire medische faculteiten, de overheid (ministerie van Volksgezondheid), de ziekenkassen en ziekenhuizen. " (Wikipedia)

    zie ook verzamellemma geneeskunde

    Tevens vraagt verzoeker de titel van ‘huisarts’ af te schaffen en te vervangen door een correcte titel als ‘omnipracticus’ of ‘algemeen geneesheer’. (vlex.be)

    De huisarts, van oorsprong opgeleid als omnipracticus, gedraagt zich meer en meer als toegang- en selectiepoort en de apotheker vreest dat zijn beroep morgen niet meer bestaat.(antwerpmanagementschool.be)

    …zowel specialisten als omnipractici. (domusmedica.be)

    Oudenaardse Vereniging van Omnipractici | De sociale kaart

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 15 Nov 2020 23:17
    1 reactie(s)

    Versie 1

    omnipracticus
    (zn. m.; ~practici)

    huisarts, arts zonder specialisatie

    vrttaal.net: Ambtelijk Belgisch-Nederlands.

    “Het vaak gebruikte woord omnipracticus werd vroeger in algemene zin begrepen als een synoniem voor huisarts. Nochtans betekent het een “beoefenaar van de algemene geneeskunde”, hetgeen een ruimer veld bestrijkt. Een omnipracticus is niet noodzakelijk een huisarts. Hij kan ook, naast de specialisten en chirurgen, werkzaam zijn in ziekenhuizen en andere medische instellingen. Het woord wordt in die zin in BelgiĆ« algemeen gebruikt door de Orde van geneesheren, de universitaire medische faculteiten, de overheid (ministerie van Volksgezondheid), de ziekenkassen en ziekenhuizen. " (Wikipedia)

    Tevens vraagt verzoeker de titel van ‘huisarts’ af te schaffen en te vervangen door een correcte titel als ‘omnipracticus’ of ‘algemeen geneesheer’. (vlex.be)

    De huisarts, van oorsprong opgeleid als omnipracticus, gedraagt zich meer en meer als toegang- en selectiepoort en de apotheker vreest dat zijn beroep morgen niet meer bestaat.(antwerpmanagementschool.be)

    …zowel specialisten als omnipractici. (domusmedica.be)

    Oudenaardse Vereniging van Omnipractici | De sociale kaart

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 13 Nov 2020 15:22
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.