Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    bijzen

    De beschrijving van deze term werd 5 keer aangepast.

    Versie 5

    bijzen
    (ww. bijsde, heeft gebijsd)

    op de loop gaan, op hol slaan (v. runderen gezegd bij naderend onweer)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Middelnederlands bisen
    Bij Kiliaan (1588) bijsen en biesen. Oudhoogduits pisón.
    - Van vee. Door de weide rennen, vooral wanneer het tochtig is of door de hitte en door insecten wordt geplaagd.
    “De koeien gaan aan ’t bijzen als zij de bijspauwen hooren ronken”, De Bo (1873).

    De koeien gaan bijzen (ook: “biezen”), er komt zeker onweer.

    > andere betekenis van bijzen

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 05 Apr 2019 15:57
    0 reactie(s)

    Versie 4

    bijzen
    (ww. bijsde, heeft gebijsd)

    op de loop gaan, op hol slaan (v. runderen gezegd bij naderend onweer)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Middelnederlands bisen
    Bij Kiliaan (1588) bijsen en biesen. Oudhoogduits pisón.
    - Van vee. Door de weide rennen, vooral wanneer het tochtig is of door de hitte en door insecten wordt geplaagd.
    “De koeien gaan aan ’t bijzen als zij de bijspauwen hooren ronken”, De Bo (1873).

    De koeien gaan bijzen (ook: “biezen”), er komt zeker onweer.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 13 Apr 2018 22:02
    0 reactie(s)

    Versie 3

    bijzen
    (ww. bijsde, heeft gebijsd)

    op de loop gaan, op hol slaan (v. runderen gezegd bij naderend onweer)

    WNT:
    Middelnederlands bisen
    Bij Kiliaan (1588) bijsen en biesen. Oudhoogduits pisón.
    - Van vee. Door de weide rennen, vooral wanneer het tochtig is of door de hitte en door insecten wordt geplaagd.
    “De koeien gaan aan ’t bijzen als zij de bijspauwen hooren ronken”, De Bo (1873).

    De koeien gaan bijzen (ook: “biezen”), er komt zeker onweer.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 03 Feb 2018 18:44
    0 reactie(s)

    Versie 2

    bijzen
    (ww. bijsde, heeft gebijsd)

    op de loop gaan, op hol slaan (v. runderen gezegd bij naderend onweer)

    De koeien gaan bijzen (ook: “biezen”), er komt zeker onweer.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door Grytolle op 29 Feb 2008 14:11
    0 reactie(s)

    Versie 1

    bijzen

    op de loop gaan, op hol slaan (v. runderen gezegd bij naderend onweer)

    De koeien gaan bijzen (ook: “biezen”), er komt zeker onweer.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door petrik op 23 Jan 2008 19:43
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.