Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    pikhaak

    De beschrijving van deze term werd 6 keer aangepast.

    Versie 6

    pikhaak
    (de ~, (m.), ~en)

    Landbouwgerief om graan af te maaien. In de ene hand had men een zicht of pik vast, in de andere dit werktuig dat bestond uit een steel en een scherpe ijzeren haak van zo’n vijftien tot dertig centimeter lengte. Men gebruikte dit gerief om het koren op te rapen, meestal wanneer het gevallen was door regen en wind.
    In andere streken noemt men dit werktuig een “berhaak” of “mathaak”.

    Klik op de afbeelding
    P1110358 Zicht en berhaak
    Pik en pikhaak.

    Er zijn er niet veel meer die kunnen maaien met een pik en een pikhaak.

    Er is in de Kempen een uitdrukking: “Vloeken gelijk ne pikhaak.”

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 25 Jan 2017 00:33
    0 reactie(s)

    Versie 5

    pikhaak
    (de ~, (m.), ~en)

    Landbouwgerief om graan af te maaien. In de ene hand had men een zicht of pik vast, in de andere dit werktuig dat bestond uit een steel en een scherpe ijzeren haak van zo’n vijftien tot dertig centimeter lengte. Men gebruikte dit gerief om het koren op te rapen, meestal wanneer het gevallen was door regen en wind.
    In andere streken noemt men dit werktuig een “berhaak” of “mathaak”.

    Er zijn er niet veel meer die kunnen maaien met een pik en een pikhaak.

    Er is in de Kempen een uitdrukking: “Vloeken gelijk ne pikhaak.”

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 11 Nov 2013 23:14
    0 reactie(s)

    Versie 4

    pikhaak
    (de ~, (m.), ~en)

    Landbouwgerief om graan af te maaien. In de ene hand had men een zicht of pik vast, in de andere dit werktuig dat bestond uit een steel en een scherpe ijzeren haak van zo’n vijftien tot dertig centimeter lengte. Men gebruikte dit gerief om het koren op te rapen, meestal wanneer het gevallen was door regen en wind.
    In andere streken noemt men dit werktuig een “berhaak” of “mathaak”.

    Er zijn er niet veel meer die kunnen maaien met een pik en een pikhaak.

    Er is in de Kempen een uitdrukking: “Vloeken gelijk ne pikhaak.”

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 11 Nov 2013 23:13
    0 reactie(s)

    Versie 3

    pikhaak
    (de pikhaak, pikhaken, m. zst.nw.)

    Landbouwgerief om graan af te maaien. In de ene hand had men een zicht of pik vast, in de andere dit werktuig dat bestond uit een steel en een scherpe ijzeren haak van zo’n vijftien tot dertig centimeter lengte. Men gebruikte dit gerief om het koren op te rapen, meestal wanneer het gevallen was door regen en wind.
    In andere streken noemt men dit werktuig een “berhaak” of “mathaak”.

    Er zijn er niet veel meer die kunnen maaien met een pik en een pikhaak.

    Er is in de Kempen een uitdrukking: “Vloeken gelijk ne pikhaak.”

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 10 Nov 2013 15:28
    0 reactie(s)

    Versie 2

    pikhaak
    (de pikhaak, pikhaken, m. zst.nw.)

    Landbouwgerief om graan af te maaien. In de ene hand had men een zicht of pik vast, in de andere dit werktuig dat bestond uit een steel en een scherpe ijzeren haak van zo’n vijftien tot dertig centimeter lengte. Men gebruikte dit gerief om het koren op te rapen, meestal wanneer het koren gevallen was door regen en wind.
    In andere streken noemt men dit werktuig een “berhaak” of “mathaak”.

    Er zijn er niet veel meer die kunnen maaien met een pik en een pikhaak.

    Er is in de Kempen een uitdrukking: “Vloeken gelijk ne pikhaak.”

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 10 Nov 2013 15:27
    0 reactie(s)

    Versie 1

    pikhaak
    (de pikhaak, pikhaken, m. zst.nw.)

    Landbouwgerief om graan af te maaien. In de ene hand had men een zicht of pik vast, in de andere dit werktuig dat bestond uit een steel en een scherpe ijzeren haak van zo’n dertig centimeter lengte. Men gebruikte dit gerief om het koren op te rapen, meestal wanneer het koren gevallen was door regen en wind.

    Er zijn er niet veel meer die kunnen maaien met een pik en een pikhaak.

    Er is in de Kempen een uitdrukking: “Vloeken gelijk ne pikhaak.”

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 10 Nov 2013 15:25
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.